Acht jaar na annexatie staat de persvrijheid nog altijd onder druk op de Krim
De arrestatie van en spionagezaak tegen een Oekraïense journalist op de Krim laat zien wat er nog meer op het spel staat in het huidige conflict met Rusland.
Opgepakt. Geslagen en geëlektrocuteerd. Dat is de straf die Vladislav Esipenko krijgt voor het maken van een reportage op de Krim. De Oekraïense journalist is in maart 2021 voor Radio Free Europe aanwezig bij een herdenkingsdienst bij het standbeeld van Taras Sjevtsjenko in Simferapol.
Sinds de annexatie van de Krim door Russische troepen is iedere viering van deze volksdichter verboden. Als grondlegger van de moderne Oekraïense literatuur is Sjevtsjenko een symbool van verzet geworden tegen de nieuwe status quo. En dus is een herdenking ook iets dat door de Russische autoriteiten op de Krim de kop in gedrukt moet worden.
Daarom wordt Esipenko op 10 maart 2021 hardhandig uit zijn auto gesleept door gemaskerde agenten van de Russische veiligheidsdienst FSB. Een door hen vrijgegeven video aan online staatsmediaorganisatie RIA Novosti laat de arrestatie zien. Esipenko is volgens de FSB een spion voor de Oekraïense inlichtingendienst die op de Krim op verkenningstocht is. De bewijzen hiervoor komen ook in beeld: een granaat in een etui, een aantal telefoons en een Oekraïense vlag met het symbool van de Europese Unie erop. Vooral dat laatste ‘bewijsstuk’ verraadt dat er iets niet in de haak is met de arrestatie.
Lastige journalisten zijn niet welkom op de Krim
Na zijn arrestatie wordt Esipenko geslagen, geëlektrocuteerd met een accu en bedreigd met de dood. Twee dagen erna verschijnt een op video opgenomen verklaring van de journalist op het Russische Crimea 24-televisiekanaal. Hij geeft toe een spion te zijn.
Een maand later zit Esipenko in de rechtszaal in Simferapol en verklaart hij onschuldig te zijn. Samen met zijn vrouw en advocaat vecht hij tegen de aanklachten. Hoewel hij zijn gedwongen verklaring intrekt, zit Esipenko - na twaalf rechtszittingen - tot op de dag van vandaag nog vast. Het is een waarschuwing voor iedere ‘lastige’ journalist die verslag wil doen van wat er echt op de Krim gebeurt.
De zaak van Esipenko staat niet op zichzelf. De afgelopen acht jaar zijn meer dan zestig van zijn collega’s van Radio Free Europe op eenzelfde manier geïntimideerd, mishandeld of gearresteerd.
Persvrijheid sinds annexatie onder druk
Net na de annexatie van de Krim zagen we dit ook gebeuren met journalisten uit onder andere Nederland, Amerika, Italië en Noorwegen. Nieuwsuur-correspondent Saskia Dekkers werd er beroofd door militanten; Olaf Koens het werk onmogelijk gemaakt door intimidatie en Simon Ostrovskey van VICE werd voor een draaiende camera aangevallen en kort gegijzeld door Russische militairen (video).
Daar was in 2014 veel aandacht voor. Hoewel de ‘westerse’ journalisten de Krim verlieten na dat jaar, bleven lokale journalisten er gewoon werken. En bleef dat werk ook onmogelijk gemaakt worden. Zonder dat we het eigenlijk doorhadden zo zonder ‘westerse journalisten’ ter plekke.
Zaak Esipenko is actueler dan ooit
“Mijn man wordt vervolgd voor zijn professionele activiteiten”, zegt Ekatarina Esipenko in een emotionele videoboodschap in mei 2021. “Zijn arrestatie was een moedwillige aanval op de vrijheid van meningsuiting, de persvrijheid”.
Met Russische tanks en troepen aan de grens, dreigt er voor Oekraïne niet alleen een invasie. Er dreigt ook een uitholling van fundamentele rechten. Het recht om je werk uit te oefenen als onafhankelijke journalist, maar ook het recht op vrij toegankelijke feitelijke informatie als burger.
Als er geen ogen meer gericht zijn op de Krim of de rest van Oekraïne, wie is er dan nog in staat om de gevolgen van een Russische aanval op het land vast te leggen voor de rest van de wereld?