De correspondent kan van 'mensenrechten' meer dan een 'dingetje' maken
Het komende jaar staat in het teken van grote sportevenementen. Toevallig in landen die zich ook schuldig maken aan mensenrechtenschendingen.
Sport is politiek. Daar kun je lang en kort over twisten, maar de twee zijn onlosmakelijk met elkaar verweven. De scheidslijnen tussen sport, politiek en maatschappelijke discussies zijn dun, dat laat het werk van onder andere correspondenten Koen van der Velden en Edwin Winkels zien.
Politiek (en beleid) bepaalt bijvoorbeeld al meteen wie er aan sport mag meedoen. Kijk maar naar de geschiedenis van Zwarte atleten of de huidige discussies over deelname van Trans mensen.
En daarom moeten wij, vakgenoten, sport niet vergeten in ons takenpakket in het buitenland.
Zoals we de afgelopen weken al hebben gezien, is ook de plek waar sport beoefend wordt politiek. In 2013 onthulde The Guardian al de moderne slavernij waarop de atletische ambities van Qatar gebouwd zijn. Meer dan 6.500 arbeidsmigranten stierven de afgelopen tien jaar onder erbarmelijke omstandigheden om stadions, racebanen en andere faciliteiten te bouwen. Activisten, of zelfs medewerkers, die hier tegen protesteerden verdwenen in de cel.
Slecht nieuws voor Qatar, dat met het ‘kopen’ van het WK in 2022 had gehoopt op veel positieve aandacht voor het land. Hoewel machthebbers graag verkondigen dat politiek niks met sport te maken heeft, gebruiken landen grote evenementen als WK’s en Olympische Spelen om hun mensenrechten schendende imago te verbeteren.
Ons werk als correspondent ter plaatse bepaalt het narratief van een WK of Olympische Spelen van ‘prachtig spektakel’ tot ‘prachtig spektakel én mensenrechtenschendingen’. Al is het maar een bericht over hoe Chinese autoriteiten het werk van buitenlandse correspondenten onmogelijk maakt in de aanloop naar de Spelen. Want dat onderschrijft dat Beijing liever honderden sportjournalisten, die de taal niet machtig zijn en het land niet kennen, op de persbühne ziet dan kritische China-kenners.
Dat narratief bepalen kan ook eenvoudig met een zure column naast een mooi sportverslag, zoals de grand dame van de buitenlandjournalistiek Carolien Roelants vorige week in de Wereldmachten-podcast vertelde.
Narratief is alles voor het ‘sportswashende’ land. Dat verhaal ombuigen is dan ook het doel van al die diplomatieke boycots van de Olympische Spelen. Hiermee willen landen als Amerika, Nieuw-Zeeland en het Verenigd Koninkrijk ervoor zorgen dat de genocide op de Oeigoeren onlosmakelijk verbonden wordt met het door China georganiseerde evenement. Het verandert weinig aan het bestaan van concentratiekampen waarin deze onderdrukte minderheid wordt vastgehouden, maar geeft wel een signaal: wij komen niet op het feestje van deze mensenrechtenschender.
Als er maar genoeg ‘zure columns’ of verslagen van mensenrechtenschendingen verschijnen in de krant en op televisie, dan kan dat alsnog politieke of sportieve consequenties hebben. Dat de KNVB met Qatar praat over de ‘erfenis’ van het WK volgend jaar komt door het werk van activisten, journalisten en correspondenten.
We zijn geen activisten. Maar als correspondent leggen we wel getuigenis af zodat ons publiek en onze politiek geïnformeerd blijft. En dus geïnformeerde beleidsbeslissingen neemt in binnen- en buitenland.
Hoe meer nieuwswaardige reportages een verslaggever als Olaf Koens maakt over de sportswashing van Qatar, hoe meer druk er op Nederlandse sportbonden en de overheid komt om actie te ondernemen.
Zonder het werk van Koens - of onze correspondenten in China, Rusland en elders lopen we het risico dat ‘mensenrechten’ slechts een ‘dingetje’ blijven.
(HK)