De 'G' van de 'Glamour' van het bestaan als reisjournalist
Op een afstandje ziet het leven van reisjournalisten er onwijs glamoureus uit. Maar is dat wel zo? Reisjournalist Stéphanie Versteeg licht voor een ons een tipje van de sluier.
Het is eind april 2019, bestemming Sint Maarten. Met een groepje reisbloggers en -journalisten ben ik een week lang in de Caraïben om verslag te doen van het lokale carnaval. In Nederland zal je me niet snel tijdens vastelaovend aan de toog treffen, maar voor de Caraïbische equivalent laat ik me maar wat graag invliegen.
Het programma is een aangename combinatie van sightseeing en feesten. Want ja, participerende journalistiek is de reisreporter doorgaans niet vreemd. Overdag worden we in een bus langs de belangrijkste bezienswaardigheden gereden, de avonden staan in het teken van optredens, glitteroutfits en snoeiharde soca muziek.
Voor de volgers van mijn reisblog Expeditie Aardbol is het een aaneenschakeling van hoogtepunten. Zij zien op Instagram de VIP-behandeling op Schiphol, de ontvangsten met champagne en het fancy hotel dat pal aan het strand ligt. Ze zitten samen met mij op de eerste rang en kunnen via sociale media praktisch live meekijken hoe wij als Nederlandse delegatie meedoen aan een nachtelijke feestparade. Mocht het carnaval van Sint-Maarten nog niet op je bucketlist staan, na het zien van die beelden wil je het ook meemaken.
Voor mijn lezers lijkt het werk als reisjournalist een absolute droombaan en in zekere zin is dat waar. Je komt op ’s werelds mooiste plekken en wordt daar ook nog eens voor betaald. De keerzijde van dat glamourleven bewaar ik echter voor mezelf. Want het blijft nou eenmaal werk en dat is toch ook voor de beroepsreiziger aanpoten. Zeker tijdens een van die – op het oog – jaloersmakende persreizen.
Zo zien mijn volgers niet dat ik in een moordend tempo een bestemming moet verkennen. Dagen zijn lang, de nachten kort. Even acclimatiseren na een lange vlucht is er vaak niet bij. En het moet maar net klikken met de rest van het gezelschap. Die droomstranden op de foto? Geen idee hoe aangenaam warm de zee voelt, want ik had vijf minuten de tijd voordat ik verder moest naar de volgende locatie.
Ook tijdens mijn verblijf op Sint-Maarten staat een tour langs de mooiste stranden van het eiland op het programma. De avond ervoor informeer ik nog even naar de dresscode. “Bikini mee, neem ik aan?”, vraag ik aan mijn contactpersoon op het eiland. Even is het stil, vervolgens klinkt gelach. Wat een domme vraag, hoe durf ik ‘m te stellen.
Die dag word ik samen met de andere reisjournalisten rondgereden. De gids voorin de bus gebaart enthousiast met zijn handen naar een groot betonnen hotel. “Hierachter ligt een van de mooiste stranden in het Caraïbisch gebied.” Stoppen doen we niet, uiteraard, maar ik kan mijn lezers nu wel vertellen “waar ze dit beeldschone zandstrand kunnen vinden”.
Observeren, sfeer proeven, aantekeningen maken, interviews afnemen, fotograferen, netwerken, real-time updates plaatsen op sociale media en dat met een knetterende jetlag in een gezelschap dat je niet zelf hebt uitgekozen. Het moge duidelijk zijn dat dat fijne hotel hoogst noodzakelijk is om dit soort werkdagen überhaupt te kunnen volhouden. Al moet ik eerlijk zeggen: die royale hotelontbijtjes zijn na verloop van tijd ook funest voor je taille. Scheelt dat die bikini toch in je koffer blijft, want even lekker lui op het strand liggen zit er voor een reisjournalist doorgaans niet in.
Journalist Stéphanie Versteeg reist de hele wereld af en is de oprichter van het zeer succesvolle reisblog Expeditie Aardbol. Volg haar op Instagram.