De 'G' van 'Gijzeling'
Journalist Minka Nijhuis doet al jarenlang verslag van conflicten in onder andere Irak, Syrië en Myanmar. Zij schreef een bijdrage over gijzelingen voor ons 'ABC van de Buitenlandjournalistiek'.
Nog maar nauwelijks circuleerden er geruchten dat een Italiaanse collega in Bagdad van de radar was verdwenen, of mijn mobiel rinkelde met een Nederlands nummer in het scherm. De collega aan het thuisfront was hoorbaar teleurgesteld dat ik opnam. Een scoop over mijn ontvoering ging aan zijn neus voorbij.
Gijzelingen waren in de Iraakse hoofdstad in de jaren 2004 - 2006 aan de orde van de dag. Het was onder het handjevol freelancers in Bagdad de running gag aan het ontbijt met samoen en la vache qui rit: “Ik neem even een foto van je. Die is goud waard als je vandaag ontvoerd wordt.”
Het besef dat je een prooi bent waarop gejaagd wordt, is heel wat enerverender dan het risico dat je getroffen raakt door een bomaanslag of ander oorlogsgeweld. Die statistische pech deelde je in Irak met miljoenen burgers die door moesten met hun leven zonder het comfort van airco en een koud biertje, als je aan het eind van de dag weer veilig op het honk was.
De grote media met een gevulde beurs kozen voor de bulletproof aanpak om uit de handen van de maffia en terreurgroepen te blijven. Gewapende beveiligers en een gepantserde auto gingen het budget van de meeste freelancers ver te boven. Het was zaak zo onzichtbaar mogelijk te blijven. Met mijn donkere uiterlijk in lokale kledij loste ik makkelijk op in mijn omgeving en het scheelde ook om vrouw te zijn. Als een grote zwarte vogel op de achterbank kwam ik meestal ongehinderd waar ik wezen wilde.
Een kidnapping vergt enige logistieke voorbereiding. Het helpt dus ook om zo onvoorspelbaar mogelijk te opereren. Dat is vooral een kwestie van gezond verstand. De kaarten tegen de borst houden over je plannen, regelmatig van auto wisselen, geen patronen ontwikkelen in het doen en laten en af en toe een rookgordijn aanleggen. Het vergt discipline. En die verslapt maar al te makkelijk als na enkele weken de extreme realiteit toch enigszins normaliseert.
We hadden allemaal zo onze maatregelen voor als het toch mis mocht gaan.
Behalve een paar Engelstalige artikelen bevatte dat mapje in het kidnappakketje dat ik tegenwoordig standaard bij me draag, ook foto’s van kinderen. Het lijkt me in geval van ontvoering cruciaal om zo snel mogelijk als mens met onschuldige dierbaren thuis in plaats van als vijand gezien te worden. Het waren daarom extra schattige foto’s.
Een veiligheidsadviseur vertelde hoe vaak journalisten tekenen van naderend onheil negeren in hun jacht op het verhaal. Zo worden jullie je eigen vijand, waarschuwde hij.
Aan die woorden moest ik denken toen ik in 2013 op het punt stond de grens tussen Turkije en Noord-Syrië over te steken voor een reportage over het belaagde Oost-Aleppo. Weken van voorbereiding waren er aan vooraf gegaan. Op de ochtend van vertrek stonden de seinen plotseling op rood. Het verhaal waarin ik mijn ziel en zaligheid zou leggen, sneuvelde. De nachtmerrie van elke rechtgeaarde journalist.
Geduld oefenen en na verloop van tijd een nieuwe poging wagen; het is bij werken in gevaarlijke gebieden een van de grootste uitdagingen in ons vak.
Minka Nijhuis (1958) is oorlogsverslaggever. Ze werkt onder andere in Afghanistan, Cambodja, Irak, Myanmar, Oost-Timor en Syrië. Lees ook haar meest recente boek Gekkenwerk voor een kijkje in de keuken van het vak van de oorlogsverslaggeving .