De 'X' van 'Xenofobie'
Als correspondent onderzoek je ook duistere kanten van de samenleving waarin je woont. Kim Deen beschrijft een interview met een Duitse rechts-extremist.
Het volgen van de blauwe stippellijn op Google Maps brengt mij bij een vervallen vrijstaand huis, vol graffiti en gesloten ramen. Een echt spookhuis. Het is al donker, straatverlichting ontbreekt en het onbehagen in mijn borstkas neemt alleen maar toe. Op deze plek heb ik afgesproken met een invloedrijke rechts-extremist.
Ik ben in Chemnitz: een kleine stad in een uithoek van het voormalige socialistische Oost-Duitsland. Ik maak hier een reportage over de grote demonstraties die er in de hoogtijdagen van de vluchtelingencrisis plaatsvonden. Ik spreek met een gezin uit Kenia dat wordt weggepest door buren, een migratie-expert en een activistische theatermaker, die de introverte stad meer werelds wil maken. En nu dus met de rechts-extremist die dat juist wil voorkomen.
Het is de eerste keer dat ik iemand uit deze scene ga interviewen. En ik weet dat de gemoederen hier in het oosten de afgelopen tijd hoog zijn opgelopen. Tijdens de coronademonstraties, die druk bezocht werden door extreemrechts, werden journalisten uitgescholden, aangevallen en hun apparatuur kapotgemaakt. Veel zorgen maakte ik mij desondanks niet over dit één op één gesprek. Maar nu ik op deze plek ben aangekomen vraag ik me af of dit wel zo’n goed idee was.
De locatie en zijn gegevens had ik al naar vrienden in mijn standplaats Berlijn geappt. Zij waren ongeruster dan ik zelf was. Berlijners zien hun vrijdenkende stad vaak als een eiland in een zee waar het facisme diepe wortels heeft. Waar de neo-nazi’s zich tegen de vroegere socialistische staat afzetten, in plaats van de punkers in Berlijn.
Na een kwartier voor het spookhuis gewacht te hebben, komt de extremist aangereden in een kleine rode Smart. Uit de auto wurmt zich een lange, maar onopvallende man, die even later met zijn sleutels bij de voordeur staat te klungelen. Aarzelend stap ik achter hem aan de ruimte in. Als de TL-lichten aanspringen zie ik een verassend doorsnee tafereel: bureaus bezaaid met documenten en stoffige kantoorplanten. “Thee?”, vraagt hij.
Zijn ideeën die hij mij vervolgens schetst liggen in de lijn der verwachtingen en zal ik later op volgende reportages in Oost-Duitsland nog veel vaker horen. Dat migranten de stad onveilig maken, de staat niet het beste voor heeft met de Duitsers en dat men maar beter het heft in eigen handen kan nemen om zichzelf te verdedigen.
Maar als hij na een tijdje vertelt hoe hij opgroeide in de dictatuur van de DDR, begin ik de stad en haar xenofobie door zijn herinneringen beter te begrijpen. Waar men de gordijnen angstvallig dichthield voor pottenkijkers van de Stasi en de intieme vriendenkring klein. Waar men leerde vooral niet op de buitenwereld te vertrouwen.
Ongeschonden stap ik even later het pand uit, met een beter begrip van rechtsextremisme in de regio. Ga dus als journalist vooral af op het onbekende, ook naar de plekken en mensen die je eigenlijk angstaanjagend vindt. Maar de interview lokatie, die kun je voor de zekerheid maar beter zelf uitkiezen.
Kim Deen (X) is Duitsland-correspondent voor Trouw. Voorheen was zij te vinden in Egypte en Turkije.