Door klimaatverandering hebben we correspondenten op nieuwe standplaatsen nodig
Beginnende correspondenten vragen zich af waar zij zich moeten vestigen. Klimaatverandering dwingt hen om nieuwe plekken te overwegen, zoals Reykjavík of Ashgabat.
Drie belangrijke rivieren droogden deze zomer op en zorgden voor grote economische stress. De historisch lage standen van de Colorado-rivier, de Yangtze en de Rijn zorgden ervoor dat Amerikaanse boeren te weinig water hadden om hun gewassen te besproeien, om Chinese waterkrachtcentrales te laten draaien, Franse kernreactoren te koelen en om in Duitsland kolen aan te voeren.
De ‘verzengende zomer’ van 2022 laat zien, zo kopte NRC eerder in september, dat klimaatverandering ‘in de papieren loopt’. Ook zonder economische crisis, oorlog in Oekraïne en de aanhoudende coronapandemie zou de oplopende temperatuur op aarde voor problemen zorgen.
Hoewel de extreem veranderende waterstanden niet de enige gevolgen zijn van de opwarming van de aarde, liet deze zomer al zien dat dit een belangrijke invloed zal gaan hebben op nationale en internationale politiek. Het is daarom interessant om in te zoomen op de impact die water gaat hebben op de correspondent.
Een van de vragen die je jezelf als beginnend correspondent, die op zoek is naar een standplaats of regio, stelt is: “gebeurt er genoeg?” Of, “is mijn toekomstige land weleens ‘verkouden’?” Landen of regio’s waar altijd wat gebeurt zijn makkelijk aan te wijzen. Kijk maar naar het aantal correspondenten dat er te vinden.
De voorspellingen die voortstromen uit het onderzoek van de klimaatwetenschappers van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), laten zien dat heleboel landen die nu nog niet zo drukbevolkt zijn met correspondenten erg belangrijk gaan worden.
‘Onze correspondent in Nuuk’
De smeltende ijskappen op de Noordpool zorgen bijvoorbeeld niet alleen voor een stijgende zeespiegel. Tot voorheen ontoegankelijke olie-en gasvelden (naar schatting alleen al 90 miljard vaten olie) en een biljoen euro aan zeldzame metalen liggen dan opeens voor het grijpen. Het wijkende ijs opent ook nieuwe handelsroutes en militair strategische posities. Wie heeft hier recht op deze nieuwe wateren en hun schatten?
De leden van de Arctische Raad - Canada, Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen, Rusland, Zweden en de Verenigde Naties - steggelen al langer over de geopolitieke toekomst van de Noordpool (en bouwen al aan strategische aanwezigheid aldaar). Een impasse die verergerd wordt door de oorlog in Oekraïne, aangezien Rusland momenteel de voorzitter is van het intergouvernementele forum voor samenwerking en coördinatie omtrent het noordpoolgebied.
Over de strijd binnen de Arctische Raad heeft The Foreign Desk een goede podcastaflevering gemaakt:
In de toekomst worden deze staten vanzelfsprekend belangrijker. Dat betekent dat Scandinavische landen en IJsland meer Nederlandse correspondenten (dan er nu zijn) kan gebruiken als de geopolitieke strijd losbarst om de Noordpool.
Een correspondent Groenland is misschien ook niet zo’n gekke titel in het jaar 2050. Het land is van groot strategisch militair belang voor Amerika. Ideaal gelegen ten opzichte van Rusland, was het in de Koude Oorlog al een belangrijke Amerikaanse militaire basis en spionagehub. Het is geen toevalligheid dat Donald Trump in 2019 de mogelijkheid verkende om Groenland te kopen van Denemarken.
Leer de Turkse en Russische taal
Als we The Atlantic Council mogen geloven, wordt Centraal-Azië watergewijs ook een stuk centraler in de krant van de toekomst.
Momenteel is de regio in het nieuws vanwege Azerbeidzjan (afhankelijk van de definitie wel of niet onderdeel van Centraal-Azië) en de oplopende spanningen met Armenië.
Tegen 2050 kan het de plek zijn van meerdere grootschalige conflicten. Volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) behoort Centraal-Azië dan namelijk tot een van de plekken waar mensen ‘ernstige water stress’ zullen ervaren. (De OESO schat dat in 2050 wereldwijd 2,3 miljard mensen slecht toegang hebben tot water; 240 miljoen mensen geen toegang hebben tot water; en 1,4 miljard mensen geen toegang hebben tot sanitaire voorzieningen.)
Dat Centraal-Azië een kruidvat wordt, is al duidelijk voor geopolitieke experts. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in de jaren negentig werd water een twistpunt tussen Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan en Turkmenistan. Voorheen deelden de landen eerlijk de lasten en lusten. Door bijvoorbeeld overtollig water in reservoirs stroomopwaarts (in Kirgizië en Tadzjikistan) van belangrijke rivieren vrij te geven. Landen stroomafwaarts (zoals Oezbekistan) wekten hiermee dan elektriciteit op en konden hun gewassen bewateren. In ruil hiervoor stuurden zij op hun beurt weer grondstoffen zoals kolen en aardgas naar de waterrijke buurlanden. Dat systeem werkt niet meer, schrijft The Atlantic Council, nu deze landen losgerukt zijn uit het collectieve Sovjet-systeem.
De toenemende droogte door klimaatverandering en vraag naar energie door de groeiende bevolkingen zorgen ervoor dat deze landen in Centraal-Azië op ramkoers zijn. In de afgelopen tien jaar zag de regio al blackouts, rellen om water en waarschuwen de landen stroomafwaarts dat het bouwen van dammen en reservoirs stroomopwaarts tot “oorlog” kunnen leiden.
Als er een plek op aarde goed ‘verkouden’ kan worden in de nabije toekomst dan is het in Centraal-Azië. Wie hier wil werken, kan hier aan de slag met basiskennis Russisch of Turks.
Een toekomst waar correspondenten nodig zijn
Een strijd om water gaat anno 2050 ook plaatsvinden tussen India en China of tussen Irak, Iran en Turkije. Natuurlijk zal extreme droogte en hitte ook elders, bijvoorbeeld in de Sahel-regio, voor problemen zorgen (daar gaan we in een volgend artikel op in).
Kijkend naar de vele publicaties van het IPCC, de OESO en de vele denktanks die zich bezighouden met klimaatverandering, en de geopolitieke gevolgen ervan, kun je de toekomst dus al een beetje voorspellen.
En waar correspondenten nodig gaan zijn. (Hans Klis)
Dit is een artikel in onze reeks over klimaatverandering en het correspondentschap.