Help, de president is gek geworden
Hoofdredacteur Hans Klis, lanceerde vandaag zijn nieuwe boek. Dit was zijn toespraak bij de presentatie van 'Help, de president is gek geworden'.
Op zijn elfde voer John Quincy Adams vanuit de haven van Hough’s Neck naar Frankrijk. Het was februari 1778, hartje winter. De bloedige Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog was in volle gang. Samen met zijn vader trotseerde Adams zware stormen, honger en kou. Achtervolgd en aangevallen door Britse oorlogsschepen zag de jongen hoe mensen stierven om hem veilig af te leveren in Europa.
Al eerder had de jonge Adams gezien hoe Amerikaanse soldaten, waaronder zijn geliefde familiedokter, in de pan gehakt werden door Britse soldaten. Zijn ouderlijk huis in Braintree, Massachusetts was een opvangplek en ziekenhuis voor Amerikaanse gewonden.
Het kan niet anders dat Adams, toen hij na zes weken op zee voet aan land zette, hevig getraumatiseerd was. Gelukkig kon deze elfjarige rekenen op de warme, troostende woorden van zijn moeder.
Op 10 juni 1778 schreef zij aan haar zoon:
‘Hoeveel ik ook van je houd, ik heb liever dat je een graf in zee had gevonden, of dat je als baby was gestorven, dan dat je een immoreel losbandig of genadeloos kind wordt’.
Het was niet makkelijk om een Adams te zijn. Zeer zeker niet.
Vanaf zijn geboorte, en eigenlijk zo lang als zijn ouders leefden, kreeg Adams dit soort brieven. Hij moest en zou succesvol zijn. Een leider, een president. Daarom werd John Quincy als dertienjarige zielsalleen meegegeven aan de nieuwe ambassadeur in Rusland, om te werken als vertaler. Op zijn negentiende keerde hij terug naar Amerika om te studeren. Hij haalde het toelatingsexamen van de prestigieuze Harvard University.
Heugelijk nieuws. Toch? ‘Hoe onvergeeflijk was het geweest als jij een domkop was gebleken’, schreef zijn moeder hem weer.
Hoera, gefeliciteerd jongen.
De timide en neerslachtige John Quincy was zeker geen domkop. Hij was een briljante geest. Zijn tijd aan de Europese hoven als tiener en daarna als ambassadeur en minister van Buitenlandse Zaken, maakten van hem misschien wel de slimste en meest voorbereide president van Amerika. Maar toen hij in 1825 introk in het Witte Huis, bleek dat hij er niks van bakte.
Vier jaar lang doolde Adams depressief door de gangen. Hij wist veel, maar niet hoe je mensen voor je moest winnen. Of überhaupt hoe je goed met mensen met een andere mening omging. John Quincy Adams was een – zoals hij zichzelf noemde - ‘gereserveerde, kille en zuinige man’ geworden.
--
Voordat ik ‘Help, de president is gek geworden’ schreef, dacht ik altijd dat Theodore Roosevelt (TR) mijn favoriete Amerikaanse president was. Die was uitbundig, vol levenslust en actie. Dat laatste was zelfs zijn levensmotto: Get Action!
Nadat je TR ontmoette, vertelden tijdsgenoten, moest je bij thuiskomst zijn persoonlijkheid uit je kleren schudden. ‘Je moet nooit vergeten dat deze president eigenlijk zes jaar oud is’, vertelden buitenlandse ambassadeurs elkaar als ze TR voor het eerst gingen ontmoeten. Roosevelts Witte Huis puilde uit van de wilde dieren, zoals slangen en dassen. Een van die dassen ,Josiah beet volgens een van de zoons van TR, mensen zeker niet in hun gezicht. Alleen maar in hun benen. Zo af en toe. Echt waar.
Ministers werden in het Witte Huis van TR van hun sokken gereden door rolschaatsende kinderen. Roosevelt was een en al chaos en vrolijkheid.
TR had zijn hele leven lang last van astma maar overwon dat door altijd in beweging te blijven. Waarschijnlijk had Roosevelt een bipolaire stoornis. Naast deze periodes van uitbundige, manische levenslust was hij ook soms zo depressief dat mensen bang waren dat zijn zucht naar avontuur hele andere doeleindes had.
Ook Roosevelt was net als John Quincy Adams als jong kind al bestemd geweest voor grootse dingen, maar zijn ouders waren naast schatrijk - warm en liefdevol.
Nu heeft TR nog altijd een warm plekje in mijn hart. Maar sinds een jaartje staat er op mijn bureau in mijn kantoor een foto van John Quincy Adams. Deze.
Ik denk dat ik veel van mezelf herken in hem. Kijk maar, we zouden tweelingbroers kunnen zijn.
Na zijn teleurstellende tijd in het Witte Huis, groeide Adams uit tot een van de grootste strijders tegen slavernij in de Verenigde Staten. Dat wil zeggen, hij inspireerde mensen als Abraham Lincoln om te vechten voor gelijke rechten. In de rechtszaal lukte het Adams tot slaaf gemaakten vrij te krijgen.
Ondanks alle verdriet, alle depressie en tegenslagen in zijn leven groeide Adams uit tot een groots figuur.
En dat is een inspiratie voor mensen die worstelen met hun mentale gezondheid, denk ik. Mensen zoals ik. Dit hoeft geen obstakel te zijn voor een goed leven, succes, of allebei.
Maar… Om in de geest van Theodore Roosevelt de draad weer op te pakken, wil ik even zeggen: vandaag, dit hier is een feestje. Dus daarom deze uitspraak van TR. Kort nadat die de vermoorde president William McKinley in het najaar van 1901 opvolgde als machtigste man van Amerika:
‘Het is verschrikkelijk om op deze manier president te worden. Maar het zou erger zijn als we er somber over zouden zijn’.
‘Help, de president is gek geworden’ is vooral reden om te lachen. En misschien wat te leren in dit knotsgekke bizarre verkiezingsjaar.
Mijn boek zit propvol met anekdotes over presidenten die in dronken buien kernaanvallen wilden uitvoeren op andere landen, tegen staatsieportretten praten, op straat pistoolduels uitvechten of hun eigen ministers niet meer kunnen herkennen. Anekdotes waarmee ik hopelijk een nieuw en fris verhaal vertel over de geschiedenis van Amerika.
-
Donald Trump is niet de eerste Amerikaanse president waarvan mensen zich afvragen: ‘zit er bij hem een steekje los’? Joe Biden was niet de eerste leider waarvan gedacht werd dat hij ze niet helemaal meer op een rijtje had.
De geschiedenis herhaalt zichzelf niet, maar rijmt. Al stond de dode breinworm - die in het hoofd van de onafhankelijke partijkandidaat Robert F. Kennedy Jr een deel van zijn hersenen at - niet op mijn bingokaart dit verkiezingsjaar.
In 2008 zeiden journalisten en correspondenten tegen elkaar, dat de Amerikaanse verkiezingen niet gekker konden worden. Anno 2024 weten we beter. En met het uitkomen van ‘Help, de president is gek geworden’, hoop ik definitief te kunnen zeggen: het is altijd gekker geweest.