Hoe begin je als correspondent?
Ingrid Woudwijk vertelt over haar start als Turkije-correspondent, en geeft advies. 'Iedereen in de journalistiek is ooit ergens zonder ervaring begonnen'.
Al sinds ik journalistiek studeerde was het mijn droom om buitenlandcorrespondent te worden en dan het liefst in het Midden-Oosten. Ik was naar Istanbul verhuisd voor een stage, had daarna het grootste gedeelte van mijn master journalistiek afgrond en wilde proberen of ik als freelancer aan de slag kon. Maar hoe begin je dan? Naast wat losse opdrachten had ik nog nooit voor landelijke media geschreven en ook niet echt contacten in Nederland bij redacties.
Gelukkig wonen er in bijna elk land andere journalisten die wel ervaring hebben. Uit eigen ervaring weet ik dat zij het vaak best leuk vinden om met aspirant-correspondenten koffie te drinken of hen een beetje op weg te helpen. Iedereen in de journalistieke wereld is ooit ergens zonder ervaring begonnen en heeft op zijn of haar beurt ook weer geleerd van meer ervaren collega’s.
Een tip die ik alvast kan geven, is om klein te beginnen. Natuurlijk, als je meteen een verhaal verkocht krijgt bij grote kranten of programma’s is dat mooi meegenomen. Als je nog niet zoveel gepubliceerd hebt, dan zijn er alsnog heel veel mogelijkheden.
In Nederland, maar ook in België, zijn er veel kleinere publicaties die geen correspondent ter plekke hebben, maar wel interesse hebben in nieuws uit het buitenland. Hoewel er ook veel verhalen worden doorgeplaatst (bijvoorbeeld binnen DPG Media), kan je alsnog een goede kans maken met een verhaal dat aansluit bij de specifieke interesse van de krant. Zo heb ik zelf ooit mijn eerste reportage gemaakt voor het Nederlands Dagblad, over de hele kleine Grieks-orthodoxe gemeenschap in Istanbul.
Denk niet alleen aan kranten. Ook tijdschriften, radioprogramma’s en online media bieden kansen. Als je jezelf multimediaal kan ontwikkelen, biedt dat veel meer mogelijkheden. Schrijven, radio maken en fotografie is natuurlijk elk een vak op zich, maar in het huidige medialandschap is het vaak voor de redactie een pluspunt als je zelf ook goede portretfoto’s kan maken van de geïnterviewden. En zeker op een eerste reportage is een opdrachtgever niet snel van plan om een fotograaf mee te sturen.
En als laatste, maar eigenlijk het allerbelangrijkste: leer de taal van een land. Er zijn genoeg journalisten die niet de taal van hun standplaats spreken. Als jij dat wel doet, heb je een streepje voor op iemand die misschien meer ervaring heeft. De mogelijkheid om zelfstandig op pad te kunnen gaan, zonder altijd een fixer of een vertaler nodig te hebben, zorgt ervoor niet alleen voor dat je flexibeler bent, maar scheelt de opdrachtgever ook weer kosten. Zeker bij een eerste proefopdracht kan dat helpen, zij hebben dan ten slotte niks te verliezen.
Verdiep je in een land, kies een standplaats waar niet veel Nederlandse journalisten zitten en begin gewoon met pitchen. Ik dacht ook dat ik eerst jaren op een redactie zou moeten werken om ervaring zou moeten opdoen voordat ik dan eindelijk correspondent zou worden. Het tegenovergestelde was het geval, na heel veel pitchen kreeg ik de kans om een paar verhalen te schrijven vanuit Turkije en voor ik het wist stond ik in het colofon van Trouw als Turkije-correspondent.
Ingrid Woudwijk (X) is Turkije-correspondent voor oa Trouw en het Nederlands Dagblad.