'Ik hoop dat ik ben voor vrouwen én mannen in het Midden-Oosten'
Edmée van Rijn is multimediajournalist in het buitenland. Ingrid Woudwijk sprak haar over haar werk in het Midden-Oosten.
Edmée van Rijn is een freelance multimedia journalist die het nieuws verslaat en reportages maakt in het Midden-Oosten en Turkije, voor de NOS en internationale media. Ze filmt, edit, produceert, fotografeert en schrijft verhalen uit onder andere Libië en Jemen. ‘Ik hoop dat door onze reportages extra vragen gesteld worden’
Hoe zou jij je eigen werk omschrijven?
“Wat ik het meeste versla zijn conflicten en natuurrampen. Ik film en edit daarnaast bijna alle verhalen zelf, natuurlijk in samenspraak met een correspondent. Het zijn vaak vrij heftige en intense gebeurtenissen die we verslaan en de interviews die we afnemen gaan vaak over traumatische ervaringen. Dat kan best zwaar zijn, ik zou ook graag ‘leukere’ verhalen maken, maar dit voelt als een soort van roeping.
“Ik probeer een podium te geven aan de mensen die geen podium gegund worden in bepaalde conflicten of situaties. Ik hoop uiteindelijk dat met het tonen van de reportages die we maken, men erover nadenkt, of dat er vragen over worden gesteld in de samenleving of politiek. Naar aanleiding van een verhaal dat we over Jezidi’s hebben gemaakt in Irak werden bijvoorbeeld parlementaire vragen gesteld.”
Je bent als producer in de journalistiek begonnen, hoe ben je van producer naar camerawerk gegaan?
“Omdat ik uren naast de camera heb gestaan als producer, leerde ik veel over filmen en hoe je mooie frames kan maken. Als ik met een correspondent werkte, werd er gezegd: ‘Jij kan ook wel even een stand-upper opnemen’. En van een stand-upper werd het ‘Oh, kan je misschien ook dit filmen?’ Zo ben ik steeds verder erin gerold.
“Daarna werd ik door Olaf Koens van RTL gevraagd of ik voor hem wilde werken, waarbij ik naast produceren ook camerawerk zou moeten doen. Ik had wel het voordeel dat ik altijd al geïnteresseerd was in fotografie, maar voor de rest moest ik vooral heel veel zelf aanleren. Trial and error, zeg maar.”
Recent maakte je een verhaal in Jemen, samen met NOS correspondent Daisy Mohr, over cholera. Dat raakte veel mensen.
“We gingen kijken wat er aan de hand was in het ziekenhuis, om te zien of ondervoeding of cholera op dat moment het ergste was. We werden geïntroduceerd aan dokter Saleh, die de hoofdpersoon van ons verhaal werd. Hij toonde ons de gevolgen van een alsmaar groter wordende cholera epidemie op een indringende manier, heel persoonlijk, hij was niet bang om zijn emoties te laten zien.
Hoe is het om te werken in een ‘moeilijk land‘ als Jemen?
“We hebben een ontzettend goed team, met Daisy Mohr, verschillende lokale producers, chauffeurs en ik. Omdat we zo intensief en meerdere keren met elkaar gewerkt hebben, hebben we echt een goede band met hen opgebouwd. We vertrouwen elkaar, in wat voor situatie we ook terecht komen.
“We hebben ook ontzettend veel lol met z'n allen. Dat is heel belangrijk tijdens dit soort reizen, want anders kan je dit werk gewoon niet volhouden.”
Over zware verhalen gesproken, je bent ook in Libië geweest na de zware modderstroom. Was dat een moeilijk verhaal om te maken?
“Libië was vooral productioneel een van de meest uitdagende verhalen die ik ooit heb gemaakt. Ten eerste waren Daisy en ik ontzettend goed voorbereid, we hadden onze eigen tent, slaapzakken en zelfs eten bij ons. We hebben echt heel veel moeten bellen en regelen. Het was ook gewoon kijken hoever we zouden komen. Uiteindelijk is het gelukt om in Derna terecht te komen. Vrij snel eigenlijk, ik denk vijf dagen na die ramp, als een van de weinige internationale teams.
“Het leed was daar natuurlijk enorm, tienduizenden mensen werden vermist. En een paar dagen na het breken van de dam liepen we mee met een search and rescue team, om te zoeken naar botten in plaats van naar lichamen.
“Ik ben er trots op dat we vanuit Derna verslag hebben kunnen doen. Dat wij ook als twee vrouwen daar konden zijn. We hebben veel geluk gehad in die reis, maar ook omdat Daisy en ik samen meer dan dertig jaar ervaring in het Midden-Oosten hebben, weten we precies hoe we op verschillende situaties in moeten spelen.
De werelden van film, fotografie en het Midden-Oosten worden gedomineerd door mannen. Hoe ga je daarmee om?
“Ik vind vrouw zijn eigenlijk altijd in mijn voordeel werken. Ik vind het fijn dat Daisy en ik samen een vrouwelijk team zijn. Muren die er soms zijn, worden gelijk afgebroken. Dat heeft er ook mee te maken dat we Arabisch spreken. Je hebt een connectie, eerst omdat je vrouw bent, daarnaast omdat je de taal spreekt.
“Wij zijn oprecht geïnteresseerd in het verhaal van wie dan ook, die inleving die we tonen, geeft ons toegang tot zowel de vrouwen- als mannenwereld in het Midden-Oosten. We proberen ook altijd vrouwen in onze reportages te hebben. Om het stereotyperende beeld dat de man het in het Midden-Oosten voor het zeggen heeft, te doorbreken.
“En ik hoop dat ik ook een voorbeeld kan zijn voor vrouwen én mannen in het Midden-Oosten maar net zo goed in het Westen. Er zijn natuurlijk hele goede cameravrouwen en fotografen in het Midden-Oosten, maar dit werk wordt nog wel vaak gezien als een baan voor mannen. Ik hoop dat mensen denken: ‘Dat zou ik, of een vrouw, ook kunnen doen.”
Wat voor verhalen zou je nog graag willen maken in de regio?
“Ik zou graag naar Gaza willen. Ten eerste om het werk te verlichten van onze Palestijnse collega's. Ik wil het absoluut niet laten klinken alsof ik hun werk niet waardeer, want het is ongelooflijk wat zij de afgelopen elf maanden hebben gedaan. Echt ongelooflijk dat zij tot op de dag van vandaag verslag doen van alle gruwelijkheden.
“Ten tweede zou ik het ontzettende lijden van de mensen en de megaverwoesting van Gaza willen laten zien. Dat mensen echt niks meer hebben. Dat hele generaties zijn weggevaagd door Israëlische bombardementen.
“Ik heb me de afgelopen tijd ook vaak afgevraagd of er verschil zou zijn geweest als wij, Westerse media, wel onafhankelijke toegang hadden gehad tot Gaza. Ik vind dat een hele moeilijke vraag, maar ik denk dat, als grote internationale zenders zoals CNN, BBC en hun correspondenten vanaf het begin in Gaza hadden gestaan naast een ziekenhuis en weken achter elkaar van deze massamoorden verslag zouden hebben gedaan, of dat een andere impact gehad zou hebben gehad op politieke beslissingen en publieke opinie richting Israël.
“Het is erg om er zo over na te denken, want dat zou betekenen dat wij in het Westen onze Palestijnse collega's in Gaza minder serieus nemen. En dat is verschrikkelijk, want dat onderscheid moet niet gemaakt worden, vind ik. Waarom zou de Palestijnse cameraman of vrouw, het minder goed in beeld brengen dat ik het zou doen? Dat geloof ik gewoon niet. Maar helaas is dat misschien wel een wereld waarin we nu leven.”
Ingrid Woudwijk (X) is Turkije-correspondent voor oa Trouw en het Nederlands Dagblad.