'Ik werk nauw samen met advocaten om mijn werk te publiceren'
Hans Klis interviewde onderzoeksjournalist Oliver Bullough over het gevaar dat hij loopt om aangeklaagd te worden door de kleptocraten die hij volgt.
Onderzoeksjournalistiek is een aparte tak van sport van het correspondentschap. Het vereist veel tijd, geld en inspanningen om door te kunnen graven. Tussen natuurrampen, verkiezingen en de rest van de waan van de dag kan het ingewikkeld zijn om vaart te maken in onderzoek. Ik denk dat een van de beste voorbeelden van onderzoeksjournalistiek in mijn tijd als Amerika-correspondent, het Mississippi-Hanging verhaal was, van Michael Persson. Een verhaal over een mysterieuze zelfmoord (of was het een lynching?) van een Afro-Amerikaanse man.
Na mijn tijd in Amerika, legde ik me ook een tijd toe op onderzoeksjournalistiek. Ik ging de financiele misdaden van kleptocraten, dictators, oliebaronnen en Noord-Afrikaanse ambtenaren onderzoeken. Het was moeilijk en ondoorzichtig werk, merkte ik al snel. Veel insiders wijzen en suggereren waar je eens een steen moet lichten, omdat zijzelf - ondanks dat ze financiele misdaad bestrijden - door de bureaucratie ook weinig voor elkaar krijgen. Ook willen deze bronnen liever niet in het vizier komen van rijke stinkerds die alles doen om hun belangen te beschermen. Liever een journalist, dan zijzelf moeten ze gedacht hebben.
Al snel raakte ik verdwaald in de wereld van brievenbusfirma’s (waar kvk-achtige informatie bakken met geld kost voor ieder ‘bedrijf’ in het spinnenweb ) en dure jachten en villa’s met niet te traceren eigenaren. Een naam kwam wel altijd boven drijven, en dat was Oliver Bullough. De onderzoeksjournalist en voormalig Rusland-correspondent die zich voor mij en vele van mijn collega’s al had ondergedompeld in deze wereld van financiele wantoestanden.
Bullough noemde deze wereld ‘Moneyland’ in zijn gelijknamige boek uit 2018. Een wereld waarin de allerrijksten niet meer gebonden zijn aan zulke triviale dingen als paspoorten, grenzen en wetten.
De Britse journalist groeide al snel uit tot een persoonlijke held. Want het was iemand die lak had aan de privileges van rijke boeven en wilde laten zien hoe onrechtvaardig het internationale (westerse) systeem is dat kleptocraten, dictators en oligarchen helpt hun - vaak gestolen - geld te beschermen en uit te geven.
En dat laten zien, neemt hij nogal letterlijk. Bullough is regelmatig in Londen te vinden, waar hij optreedt als rondleider bij een ‘Kleptocracy Tour’. Dan laat hij toeristen het duurste vastgoed in de Britse hoofdstad zien, dat in handen is van schimmige rijke stinkerds. Die bellen dan op hun beurt weer de politie, en dan beleeft iedereen een spannende dag.
Onlangs sprak ik Bullough voor Business Insider over zijn nieuwste boek ‘De butler van de wereld: hoe Groot-Brittannië handlanger werd van oligarchen, belastingontduikers en criminelen’. Want na Moneyland had hij nog genoeg materiaal over om in te zoomen op de specifieke en gigantische rol die het Verenigd Koninkrijk heeft in de wereld van off shore finance.
Ik vroeg hem ook speciaal voor Standplaats Verweggistan over de gevaren van zijn tak van onderzoeksjournalistiek.
Oligarchen proberen journalisten de mond te snoeren met dure rechtszaken. Denk aan Catherine Belton, die door Russische oligarch Roman Abramovich werd aangeklaagd vanwege haar boek ‘Putin’s People’. In je nieuwste boek beschrijf je zelf een scene waarin je een email ontvangt van een bevriende advocaat. Die laat weten dat hij in naam van een oligarch een groep journalisten waarmee je samenwerkt gaat aanklagen. Wat houdt jou op de been? Lig je ‘s nachts niet wakker van angst?
Ja, het is vervelend dat zoiets boven je hoofd hangt. Grappig genoeg ben ik momenteel ook verwikkeld in een rechtszaak. En gek genoeg, gebeurt dat niet in Londen. Ik ben Lissabon aangeklaagd.
Je schreef in Moneyland hoe de vice-president van Angola een bruidsjurk van 200.000 dollar kocht voor zijn dochter in 2015. Je vroeg je af of hij dit van zijn schamele ambtenarensalaris kon betalen. Nu klagen zowel vader als dochter je aan voor bijna een miljoen euro.
Het is stressvol. Je moet voorzichtig zijn. Dat betekent dat ik in mijn werk nauw samenwerk met advocaten. Je moet jezelf soms censureren en ook de censuur ondergaan van advocaten, om iets gepubliceerd te krijgen. Soms opereer je met het principe dat je beter 70 procent van wat je wilt zeggen kan publiceren, dan helemaal niets.
Het is inderdaad opmerkelijk dat je in Lissabon bent aangeklaagd. Uit je boeken komt naar voren hoe losjes de regelgeving rondom smaad is in het VK, en daardoor heel vaak uitvalt in het voordeel van de aanklagende partij.
Het is al langer een verachtelijk systeem in dit land. Een die oligarchen helpt om niet alleen Britse journalisten te censureren, maar mensen uit de hele wereld. De Amerikaanse journalist Scott Stedman, is nog nooit in het VK geweest, maar wordt hier aangeklaagd voor smaad. Het is geen geheim dat de in 2017 vermoorde onderzoeksjournalist Daphne Caruana Galizia, het doelwit was van een Britse advocatenfirma.
Hierin zie je hoe mijn thuisland zich opwerpt als de butler van de wereld. Het VK verzorgt in alle behoeftes van oligarchen en laat ze invloed uitoefenen op een internationaal toneel. Dit smaad-toerisme is een groot onderdeel hiervan. (HK)