'In 'correspondentenboeken' zit soms een zekere voorspelbaarheid'
Jenne Jan Holtland sloot zijn tijd als correspondent in Midden- en Oost-Europa af met een bijzonder boek.
Jenne Jan Holtland zwaaide in september af als correspondent Midden- en Oost-Europa. Hij sluit het, zoals zoveel correspondenten, af met een boek. Maar niet een over zijn standplaats.
We spraken met Holtland over zijn nieuwe boek ‘De koerier van Maputo: Een Nederlander in de Zuid-Afrikaanse revolutie’ en de clichés van het correspondentschap.
Toen je dit boek schreef was je eigenlijk Midden- en Centraal Europa correspondent en woonde je in Boedapest. Waarom wilde je per se over de Nederlandse Klaas de Jonge schrijven, die wapens smokkelde voor het ANC in Zuid-Afrika?
“Het lijkt nu misschien alsof ik aan een tafeltje in een cafe in Warschau zat en me afvroeg: wat zal ik doen? Maar Klaas heb ik in 2014 al ontmoet. Ik interviewde hem voor mijn studie journalistiek. Ik vond die man fascinerend. Wat brengt iemand ertoe wapens te smokkelen voor de goede zaak? Waarom zou je zover gaan voor je idealen? En waarom had nog nooit iemand zijn levensverhaal opgeschreven?
In 2016 kreeg ik die baan als correspondent in Warschau. Toen hadden Klaas en ik al heel wat ontmoetingen gehad; we woonden bij elkaar om de hoek in Amsterdam. Een jaar later heb ik de knoop doorgehakt - Klaas was al oud, hij is nu 84 jaar. Ik dacht als ik het boek nu niet schrijf, overlijdt hij misschien.
Ik heb de krant om een jaar verlof gevraagd en gekregen. Dat jaar knipte ik in tweeën zodat ik geen hele grote nieuwsgebeurtenissen in Polen of Hongarije zou missen. Met hulp van het Fonds voor Bijzondere Journalistieke Projecten paste en kon dat.”
Dit is je eerste boek, aan het einde van je correspondentschap in Centraal Europa geschreven… Maar het is geen typisch correspondentenboek.
“Je bedoelt, correspondent X verblijft 5 jaar in regio Y en schrijft er dan een boek over? Ik heb nooit in Zuid-Afrika gewoond, al ben ik daar wel naartoe gegaan met Klaas voor de research, en naar Mozambique. Ik vond het boeiend, maar inderdaad, ik heb het anders gedaan.”
Had je dat wel willen doen, zo’n boek?
“In dat type boeken zit soms een zekere voorspelbaarheid. Ik weet dat uitgevers dat willen. ‘Kan je geen boek schrijven over Polen?’, is mij ook weleens gevraagd. Ik wil niemand afvallen, maar er liggen soms ook boeken in de winkel die bijna bundelingen zijn van reportages. Dat is zeker fantastisch voor een bepaald publiek, maar zelf geloof ik meer in verhalen met een kop en een staart.
In mijn hoofd werkt het bij een boek net als een reportage. Je gaat op zoek naar een hoofdpersoon die het verhaal kan dragen. Hoe interessant mensen in Polen en Hongarije ook zijn, zo'n personage ben ik niet tegengekomen. Ik heb nooit gedacht: ‘er zit een boek in die persoon’.”
En een zekere Viktor Orbán dan, in je laatste standplaats Hongarije?
“Dat is zeker een interessante man voor een boek, maar dan niet geschreven door mij. Sowieso beheers ik de Hongaarse taal niet. Ik heb er een tijdje gezeten, heb taallessen gevolgd, maar had wel een tolk. Mijn Pools was beter, daar heb ik ook langer gewoond.
Ik had een boek over Orbán kunnen schrijven, maar wat had ik dan kunnen toevoegen? Er is al een prachtig boek over hem, geschreven door Paul Lendvai. Die man spreekt wel de taal en kan het bronmateriaal zelf lezen.
Journalist Marcel Haenen had in NRC laatst een uniek verhaal over Orbán. Die was in de jaren negentig met hem op stap geweest tijdens een soort studiereis in de VS. Orbán praat tegenwoordig zelden met buitenlandse journalisten.
Veel liever houd ik het bij de klassieke reportage. Dicht op iemand zitten. Ik heb een maand bij Klaas in huis gewoond om hem te observeren.”
Hoort een boek schrijven wel bij de taakomschrijving van een correspondent? Moet iedereen dit doen? Of is dit al even cliché als zo’n boekbundel vol reportages?
“Ik kan alleen voor mezelf spreken natuurlijk. In mijn filosofie is het het mooiste aan het vak wanneer je erin slaagt een verhaal te maken dat een lange houdbaarheid heeft. Dat je een verhaal schrijft dat over vijf jaar nog steeds zeggingskracht heeft. Je probeert het particuliere te ontstijgen. Dan laat je iets na.
Dat kan ook prima in een krantenstuk, al heeft het medium van zichzelf een beperkte houdbaarheid. Iedereen kan een eigen vorm bedenken voor zo’n verhaal. Zolang je de lat voor jezelf maar hoog legt.”
Je werkt inmiddels vanuit Beiroet als Midden-Oostencorrespondent. Je volgende boek gaat over de Zuidpool?
“Ik snap je vraag. Ik kan met enige stelligheid zeggen dat ik niet zo snel over de Zuidpool ga schrijven. Ik denk niet dat ik een volgend boek zo kan aanpakken zoals ik dat nu heb gedaan met een jaar verlof. Het Midden-Oosten laat zich niet zo makkelijk verlaten, de geopolitieke verschuivingen gaan hier zo snel. En de regio is zo complex qua krachtenveld dat het onverstandig is om een half jaar vrij te nemen voor een boek.
Ik zou heel graag opnieuw een boek schrijven, mits ik het juiste personage tegenkom.”
(Hans Klis)