'Libanon wordt altijd op macroniveau benaderd, maar de microverhalen zijn interessanter'
In gesprek met correspondent Farah-Silvana Kanaan.
“Op slag verliefd” was Farah-Silvana Kanaan toen zij voor het eerst Libanon bezocht. “Een uitermate fascinerend en schizofreen land”, noemt de ‘Lebanese-Italian Dutchie’ het zelf. De correspondent werkt er nu al ruim drie jaar vanuit haar standplaats Beiroet. Voor Nederlandse (oa Bureau Buitenland), maar vooral niet-Nederlandstalige opdrachtgevers.
Kanaan begon bij de kleine Libanese krant The Daily Star, maar werkt inmiddels voor grote organisaties als Middle East Eye, The New Arab en TRT World.
We spraken met de Libanon-correspondent over de aandacht voor het land in de Nederlandse pers, de vooroordelen waar ze tegenaan loopt en het werken voor niet-Nederlandse media.
In tegenstelling tot veel Nederlandse correspondenten in de regio werk je veel voor internationale media. Is dat heel anders werken? Merk je verschillen met Nederlandse media?
Toen ik hier als freelancer begon heb ik bij Nederlandse kranten gepitcht, maar die hebben allemaal een eigen correspondent. Hoewel het niet met zoveel woorden wordt gezegd door opdrachtgevers, voel je wel dat Libanon niet echt een prioriteit heeft. Het is ook een klein land. Net zoals Nederland niet zo belangrijk is op dagelijkse basis voor de rest van de wereld. Toen heb ik me vrij snel op andere media gericht. Dus ik kan niet echt verschillen opnoemen. De buitenlandse media waar ik voor schrijf zijn gericht op het Midden-Oosten dus die hebben bij voorbaat al meer interesse voor wat hier gebeurt.
Op het moment dat je ook voor niet-Nederlandstalige opdrachtgevers werkt, gaat er dan letterlijk een wereld voor je open?
Het feit dat je ook bij buitenlandse opdrachtgevers kan pitchen, kan overweldigend zijn. Er zijn zoveel mogelijkheden. Twitter werkt dat in de hand. In een boekje houd ik dagelijks potentiële opdrachtgevers bij. Je kunt in principe bij iedereen pitchen. Ik doe dat vooralsnog voornamelijk bij de media die ik ken of al eerder voor heb geschreven, omdat daar de kans groot is dat ze meteen ja zeggen. Zeker bij nieuws dat snel gebracht moet worden. Je leert wat voor soort verhalen ze willen hebben, dus pitch je die ook.
Is het niet gek dat Libanon te weinig ‘prioriteit’ krijgt in het nieuws? Het is de spil in veel regionale conflicten en crises.
De meeste Midden-Oostencorrespondenten voor Nederlandse media wonen in Beiroet of Istanbul. Als jij die hele regio in je portefeuille hebt, dan snap ik dat Libanon niet elke dag in het nieuws zit. Er gebeurt zoveel. Maar het land is wel echt een spil van de vluchtelingencrisis, de burgeroorlog in Syrië, Israël en de Palestijnen.
In Nederland is er interesse in Hezbollah en hun rol in Libanese politiek. Maar er wordt niet gepraat over het afbakenen van de maritieme grenzen in verband met aardgasboringen. Dat is een hele belangrijke kwestie en daarbij spelen heel veel belangen mee van verschillende landen.
Nederland is een van de landen die hamert op vluchtelingenopvang in de regio. Er is geen enkel land dat zoveel vluchtelingen heeft opgevangen per capita als Libanon. Twee miljoen mensen. Waarom is er geen aandacht voor hoe die opvang verloopt? Ja, ik zie af en toe een vluchtelingenkampverhaal. Maar dit heeft onwijs veel effect op Libanon. Er is frustratie, want dit land wordt steeds armer maar de bevolking neemt toe. Stel je voor dat Nederland opeens 9 miljoen extra inwoners krijgt. Waarom is hier niet meer interesse voor?
Libanon wordt eigenlijk altijd maar op macroniveau benaderd. Dat is natuurlijk eigen aan alle soorten media, niet alleen Nederlandse. Maar de microverhalen over de mensen zelf zijn interessanter, genuanceerder.
Tegen welke vooroordelen loop je als journalist aan?
Opdrachtgevers willen al snel hetzelfde: een verhaal dat extreem positief is of juist heel zielig. Maar op de binnenlandpagina’s van een Nederlandse krant lees ik toch ook over gewone Nederlanders? Dat vind ik zo jammer. De wereld is niet meer klein.
Libanezen op TikTok doen dezelfde dansjes als in Nederland, op Clubhouse wordt er serieus gedebatteerd én geflirt en op Twitter maken ze ook politici belachelijk en delen ze vaak dezelfde memes. En in het dagelijkse leven willen we ook stiekem allemaal hetzelfde. Alleen moeten mensen in Libanon er harder voor vechten.
Ik geloof dat het publiek er klaar mee is om steeds weer dezelfde verhalen te lezen.
Heb je het idee dat je Libanese achtergrond je in de weg zit bij opdrachtgevers? Dat je te weinig afstand hebt tot het land?
Ik denk dat mijn band met dit land juist een voordeel is. Mensen vertrouwen me hier omdat ik zelf Libanees ben. Dus het kan mijn werk juist makkelijker maken, maar ook moeilijker. Vanwege de frustraties dat er geen of weinig interesse is in wat hier speelt.
Wat mij betreft is het juist positief om een band te hebben met het land van waaruit je bericht. Dat hele idee dat journalisten na vier of vijf jaar weg moeten, snap ik niet. Hoezo? Het duurt best lang voordat je goede connecties hebt gemaakt en weet hoe een land in elkaar steekt. Maar het is jammer als iemand dertig jaar in een land zit. Natuurlijk wil je ergens ook dat zoveel mogelijk mensen de kans krijgen om ergens correspondent te zijn.
Waar zie jij verbeteringen voor de Nederlandse buitenlandjournalistiek?
Ik heb het gevoel dat er al een beetje verandering gaande is. Ik zie langzamerhand steeds meer journalisten met een andere achtergrond. Ik zoek dat misschien ook zelf op, als ik iemand die een andere blik en achtergrond heeft ga ik die volgen. Maar ik snap niet dat er niet meer aandacht is voor andere landen, andere gebieden. We moeten niet vergeten dat de wereld veel groter is dan Amerika.
En in het verlengde daarvan moet er meer ruimte zijn voor nuance. Laten we ons focussen op de dingen die ons binden als mensen. We blijven te veel hangen in onze hokjes en bubbels. Het vluchtelingendebat is zo gepolariseerd. Vertel gewone verhalen over gewone mensen, dan zul je dat zien doorsijpelen in het debat. Als het gaat om de Nederlandse mediamarkt gaat zou het fijn zijn als er ook vanuit niet-traditionele media meer aandacht is voor andersoortige verhalen. Bijvoorbeeld een magazine zoals Flow, daar zou je toch best een verhaal kwijt kunnen van mensen die in Libanon midden in een revolutie een yogaklasje organiseren? Mijn persoonlijke mening daarover daar buiten gelaten. Het is wel een interessant fenomeen en is de moeite waard om onder de loep te nemen. Kleine verhalen leggen grote tendensen bloot.