Naar wie luister je in Bosnië? En wat vertel je?
Correspondent Marjolein Koster over de uitdagingen om de spanningen in Bosnië te duiden. 'Draag ik bij aan een oplossing door erover te schrijven, of zorgt het alleen maar voor meer onrust?'
Drie jaar geleden, ik heb het even teruggezocht, stelde ik bij een opdrachtgever voor een profiel te schrijven over de Bosnische-Servische politicus Milorad Dodik. Geen interesse, niet relevant, wie is deze man, we kennen hem niet. Of misschien kwam het door het feit dat het een koude pitch was en ik nog maar net kwam kijken in de buitenlandjournalistiek. Dat kan natuurlijk ook.
Hoe serieus moet je Dodik nemen?
Er zijn veel aanleidingen geweest om over Dodik te schrijven. Bijvoorbeeld al die keren dat hij referenda voor afscheiding van het Servische deel van Bosnië aankondigde. Of toen hij met geweld activisten liet arresteren en media geen verslag meer mochten doen van protesten. Of toen hij furieus reageerde op het verbod op genocideontkenning. In dat laatste geval lukte het me dus wel een stukje te schrijven voor de Groene Amsterdammer. Verder blijft het stil, zelfs wanneer Dodik dreigt met een eigen leger en het inschakelen van hulptroepen uit Rusland. En eerlijk: ik wist ook niet zo goed wat ik hiermee moest. Want, hoe serieus zijn deze maffe uitspraken nu eenmaal? Goed in de gaten houden, dacht ik.
Maar dan komt er een artikel van The Guardian: ‘Bosnia is in danger of breaking up, warns top international official’. Volgens deze krant schrijft de Hoge Vertegenwoordiger van Bosnië, Christian Schmidt, in een rapport aan de VN dat er een 'very real prospect of return to conflict is'. De acties van Dodik, namelijk zich terugtrekken uit nationale overheden en in plaats daarvan aparte Bosnisch-Servische instituties oprichten, noemt Schmidt 'een afscheiding zonder deze daadwerkelijk uit te roepen'.
In Bosnië hoor ik wisselende verhalen. Een goede vriendin van me zegt de spanning niet te voelen. "Zelfs in de dagelijkse gesprekken in de supermarkt hoor ik mensen er nauwelijks over praten." Sommigen scharen het puur en alleen onder verkiezingsretoriek en individuele machtspolitiek. Want Dodiks populariteit neemt af en als hij volgend jaar verliest, komt er een onderzoek naar hem wegens corruptie en fraude. Daarnaast schijnt het financieel niet zo goed te gaan. Een de facto afscheiding, met daardoor de mogelijkheid zelf belastingen te innen, zou Dodik wellicht uit de brand hebben.
Maar door de oorlogsretoriek van Dodik alleen te zien als een laatste redmiddel om de macht te behouden, dat doet tekort aan de angst die mensen hierdoor voelen. Trauma's worden getriggerd, wonden opengereten. Zeker onder Bosniakken die in Republika Srpska wonen. Die een genocide hebben overleefd en dagelijks oog in oog staan met de daders daarvan.
Opnieuw het frame van oorlog en verdeeldheid
Hoe vind je als journalist de juiste balans? Ja, er is een dreiging, maar er komt geen oorlog. Maar als we, zowel journalisten als politici, dit nu negeren, dan kan geweld wel degelijk oplaaien. Of Bosnië wordt een soort Cyprus: twee staten met een fragiel omhulsel. Waarvan er één wordt bestuurd door een dictator die niets om mensenrechten geeft. Naar wie luister ik? De mensen mét of zonder angst? Of de politiek analisten die proberen duidelijk te maken dat dit de eerste waarschuwingssignalen zijn? En draag ik bij aan een oplossing door erover te schrijven, of zorgt het alleen maar voor meer onrust?
Verslaggeving over Bosnië vervalt opnieuw in het frame van oorlog en verdeeldheid. In dit geval niet geheel onterecht, maar toch is het zonde, want er is zoveel meer te vertellen over dit land. Over al die jonge activisten, die werken aan verzoening, die ondanks alle tegenslagen blijven strijden voor de toekomst van hun land. Ik heb ze een berichtje gestuurd, of ik ze mag interviewen voor de krant. Eens zien of we daar ook aandacht voor kunnen krijgen.