Overlevingsgids 'werken voor internationale media'
Een handige how-to gids om te werken voor niet-Nederlandse opdrachtgevers
Het kan een beetje overweldigend zijn… De gedachte dat er buiten het Nederlandse medialandschap een wereld van potentiële opdrachtgevers zit die misschien wel zit te springen om de verhalen en reportages van jou als correspondent. Want waar moet je beginnen?
Met onze eigen ervaringen in het achterhoofd, hebben we in deze Standplaats Verweggistan en kleine overlevingsgids samengesteld met wat praktische tips als je graag buiten de grenzen rond wilt gaan kijken.
1 Benader zo veel mogelijk verschillende media
Waar te beginnen dus? Het meest simpele antwoord is: dicht bij huis. Veel Nederlandse correspondenten klussen bij voor de collega’s in Vlaanderen. Bij de VRT, of bij dagbladen zoals de Standaard of de Morgen. En dat is begrijpelijk. Er is geen taalbarrière en meestal is er ook geen sprake van concurrentie of dubbele belangen bij Nederlandse media (maar dit laatste kan soms tricky zijn, later hierover meer).
En dan zijn er nog de Engelstalige media. We gaan er even vanuit dat de meeste correspondenten de Engelse taal goed beheersen en dus meer kansen hebben om in die taal ook verhalen kwijt te kunnen. En let op: Engelstalige media zijn niet alleen te vinden in bijvoorbeeld de VS of het Verenigd Koninkrijk! Veel andere landen hebben ook zo hun eigen outlets in het Engels. Een goed voorbeeld is Deutsche Welle (DW), vrij vertaald de Duitse Wereldomroep. DW heeft meerdere afdelingen in verschillende talen en de redacties staan altijd open voor geschreven verhalen voor hun website of voor radioreportages.
Maar als je als correspondent vloeiend een andere taal spreekt, bijvoorbeeld Frans, Spaans of Duits, kun je daar ook je voordeel uit halen. Helemaal als je in een land zit waar nauwelijks of geen andere correspondenten zitten. Dan is de kans groter dat er interesse is in jouw verhaal, helemaal als je het in die ene taal kunt aanleveren.
2. Zorg voor een sneeuwbaleffect
Als het eenmaal is gelukt om iets te verkopen aan niet-Nederlandse media, wordt het makkelijker om dat weer te doen. Het is hetzelfde sneeuwbaleffect als bij freelancen voor het thuisland: je bouwt een netwerk op, je krijgt meer ervaring en dat zorgt weer voor nieuwe opdrachten. Om nog eens terug te komen bij Deutsche Welle: die organisatie heeft veel verschillende programma’s en redacties. Dat biedt kansen. Als je eenmaal iets hebt gedaan voor één bepaald radioprogramma, kom je al sneller terecht bij een ander programma. En merk je dat een organisatie als DW een prettige opdrachtgever is, kun je bij soortgelijke organisaties in andere landen eens gaan kijken. Met de referentie van DW in je broekzak.
3. Wees kieskeurig, maar blijf open
Elke outlet buiten Nederland waar je iets voor kunt doen is natuurlijk prachtig, maar toch mag je ook best kieskeurig zijn. Ook hier geldt net als bij het freelancen voor Nederlandse media, dat je niet met een opdrachtgever in zee hoeft te gaan als er bijvoorbeeld niet eerlijk betaald wordt.
Bovendien is het ook aan te raden om een internationale outlet even te bestuderen. Is het betrouwbaar, wat zijn de journalistieke standpunten, wat is de doelgroep? Weet voor wie je aan de slag gaat!
4. Ja, dubbel aanleveren mag, maar let op
Laten we eerlijk zijn: we weten dat niet alle opdrachten (of opdrachtgevers) even goed betalen. Soms gaat er veel research en werk zitten in een reportage en is de beloning niet helemaal conform het aantal gemaakte werkuren. In zo’n geval kan het erg lucratief zijn om hetzelfde verhaal nog eens elders te kunnen slijten. Het kan dan voldoende zijn om slechts een paar kleine aanpassingen te maken of, als het om een geschreven stuk gaat, alles simpelweg te vertalen.
Maar let wel op, je kunt niet zomaar per definitie je stuk dubbel verkopen. Vooral als je dat van plan bent bij media in Vlaanderen, is het belangrijk om te controleren of dat in orde is als het al hebt verkocht aan een medium in Nederland. Neem in dat geval contact op met je Nederlandse redactie en check wat de regels zijn. Meestal wordt er minder moeilijk gedaan over andere talen dan wanneer je iets één op één aan Vlaanderen wilt verkopen.
5. Profileer je duidelijk
Als correspondent ben je natuurlijk al in zekere zin gespecialiseerd doordat je een land of regio hebt gekozen waar jij verslag van doet. En elk ander medium, dus ook niet-Nederlandstalig, waar je iets aan kunt verkopen is mooi meegenomen. Maar ook bij het werken voor internationale media kan het je helpen om je duidelijk te profileren. Misschien is radio helemaal jouw ding, probeer dan ook internationale radiostations- en programma’s te vinden. Schrijf je veel over sport in jouw land of regio, kijk dan eens of je ook juist de sportverhalen internationaal kunt aanbieden. Jezelf profileren als freelancer is handig, en dat geldt dus ook voor je internationale profiel.
(Laura Postma)