'Soms voelt het alsof ik me moet verantwoorden voor mijn leeftijd'
Daphne Wesdorp verslaat de oorlog in Oekraïne voor het Nederlands Dagblad. De Buitenlandredactie sprak met haar over haar ervaringen en het werken in oorlogsgebied.
Vijf dagen na de Russische invasie reisde Daphne Wesdorp (25) van Erbil, Irak naar Lviv, Oekraïne. Twee weken zou ze in Oekraïne blijven, maar inmiddels doet ze al bijna een jaar verslag van de oorlog. Ze schrijft en fotografeert voor het Nederlands Dagblad. Haar foto’s werden zelfs door president Zelensky gedeeld op zijn Instagram.
Ingrid Woudwijk sprak met Wesdorp over haar voorbereiding als jonge oorlogscorrespondent en hoe je dat volhoudt.
Er werd het afgelopen jaar veel gesproken over je leeftijd, als oorlogscorrespondent van 25. Wat vind je daar eigenlijk van?
Voor mij voelt het heel normaal, maar toch is het soms alsof ik me moet verantwoorden voor mijn leeftijd. Het is altijd een van de eerste vragen die gesteld wordt.
Toen ik begon in Oekraïne, heb ik daar zelf wel over nagedacht. Ik accepteer dat ik niet de kneepjes van het vak goed ken en dat ik nog veel moet leren, daarom was het heel fijn om met andere journalisten zoals fotograaf Eddy van Wessel samen te werken.
Hoe ben je als oorlogscorrespondent in Oekraïne beland?
Eigenlijk ben ik er een beetje ingerold. Ik heb een jaar journalistiek gestudeerd aan de Hogeschool Utrecht, maar dat was niet wat ik wilde. Tijdens mijn studie antropologie heb ik me gespecialiseerd in conflict. Drie jaar geleden ben ik er voor het eerst op uit gegaan in Griekenland. Het verhalen schrijven daar, ging me best goed af en ik voelde dat ik echt in het veld wilde werken.
Na mijn studie ben ik naar Koerdistan gegaan, Noord-Irak. Ik wist dat ik wilde schrijven en fotograferen. Maar hoe verkoop je dat, hoe zorg je dat je daar geld mee kan verdienen? Frederike Geerdink heeft mij daarbij begeleid.
Ik was nog in Irak toen de oorlog begon. Misschien is het herkenbaar, maar je voelt iets vanbinnen: ‘ik moet erheen’.
Ik ben gegaan en na veel pitchen ben ik uiteindelijk bij het Nederlands Dagblad terechtgekomen. Toen mijn voorganger, Robert Dulmers, het land werd uitgezet heb ik mijn hand op gestoken en gezegd: ‘hoi, ik ben er nog wel’.
Van Irak naar Oekraïne – was dat een grote stap voor jou?
Ondanks dat je in Irak nog steeds conflictsituaties hebt, is het niet een actieve oorlogssituatie. Dat was voor mij een best grote stap. Ik heb wel altijd gedacht dat als ik me ergens niet fijn voel, of als ik niet zeker weet wat ik aan het doen ben, dan doe ik het niet.
Ik had een veiligheidstraining gedaan, eerstehulpkit bij me en een kogelvrij vest, maar als je er bent is het natuurlijk een ander verhaal. Ik heb het heel voorzichtig aangepakt. Ik ben in Lviv begonnen, dat was enigszins veilig, was ook de inschatting van de meeste journalisten. Vanuit daar ben ik met twee Tsjechische journalisten verder gereisd. Echt stapje bij stapje, en niet gelijk naar de frontlinie.
Werk jij in Oekraïne alleen of met anderen?
Ik werk altijd met een fixer of vertaler. In het begin vond ik het belangrijk om ook altijd samen met een collega te zijn. Ik heb een tijdje met Amerikaanse journalisten samengewerkt; en ook dus met Eddy van Wessel. Om de kosten te kunnen delen is het fijn om samen te werken. Afgelopen keer heb ik alleen met een fixer gewerkt, maar ik heb gemerkt dat de kosten van veilig zijn heel erg oplopen.
Wat zijn je plannen voor de komende tijd? Blijf je in Oekraïne?
Ik wil in Oekraïne actief blijven op structurele basis. Ik was er van maart tot juli 2021, met een kleine pauze, maar dat ga ik niet meer doen. Dat werd me mentaal gewoon te veel. Je bent altijd aan het werk, krijgt weinig slaap in combinatie met elke dag moeilijke verhalen horen. Je moet jezelf dwingen daar ook af en toe afstand van nemen.
Ik blijf Oekraïne volgen, maar wil ook verslag doen van minder belichte conflicten, zoals in Myanmar, die voor mij in ieder geval even belangrijk zijn.
Ingrid Woudwijk (Twitter) is Turkije-correspondent voor oa Trouw en het Nederlands Dagblad.