Wees trots, correspondent/ bureauredacteur!
Veel correspondenten draaien bureaudiensten voor landelijke media. Dat moet ze niet ontmoedigen om trots te blijven op zichzelf en hun werk in het buitenland.
Regelmatig krijg ik emails van studenten om mee te werken aan onderzoeken naar het correspondentschap of voor advies over werken in het buitenland. Wat me altijd opvalt is hoezeer ‘de correspondent’ in hun beleving nog altijd bestaat uit iemand die uitsluitend voor 1 (hooguit 2) mediaorganisatie(s) werkt en puur en alleen maar schrijft of praat over de ontwikkelingen in hun standplaats.
Want dit romantische beeld van de roving reporter - ONZE PERSOON IN … - die op de creditcard van de baas continu heen en weer vliegt, alles kan maken en het goed voor elkaar heeft, bestaat al lang niet meer.
En dat is niet erg. Al mogen opdrachtgevers echt wel beter voor hun ondernemende freelancers in het buitenland zorgen, zoals we al heel vaak hier bij Standplaats Verweggistan hebben geschreven. Anno 2023 is de ‘correspondent’ een amorfe beroepsgroep die van alles doet om de eindjes aan elkaar vast te knopen. De een klust bij op een universiteit of is hondenuitlater (niet onverdienstelijk btw).
Maar ik merk wel dat veel correspondenten door dat bijklussen zichzelf niet meer als zodanig zien. Zo mailde ik onlangs met een journalist in het buitenland, die zich eerder ‘bureauredacteur’ voelde dan correspondent. Net als zoveel collega’s kluste deze persoon bij als nachtredacteur voor landelijke Nederlandse media. Ik heb het zelf ook gedaan: voor NRC. En ik weet dat talloze correspondenten in de ochtend- en nachturen werken voor organisaties als ANP, Volkskrant, RTL, Business Insider, ELLE, etc.
Het hoort er een beetje bij tegenwoordig. Aangezien retainers, vaste contracten en reisvergoedingen - als ze er al zijn - weinig voorstellen, moet je als correspondent wel. Gelukkig betalen deze klussen aardig en biedt het een vast inkomen per maand. Want inderdaad hebben deze diensten verder totaal niks te maken met jouw missie, dromen en ambities in het buitenland. Het is wel de realiteit voor het gros van de correspondenten, dat zij dit werk moeten doen.
Natuurlijk zou ik het liefste willen dat dit werk niet door correspondenten gedaan zouden worden. Die moeten het veld in! Reizen! Reportages maken! En het feit dat ze zoveel redactiediensten moeten draaien om het hoofd boven water te houden, is schandelijk.
Maar niet van hen; van de opdrachtgevers. Die zouden hun correspondenten en freelancers sowieso beter moeten betalen. Dit is geen debat over budgetten, dit is gewoon een feit.
Onze vakgroep moet zich niet schamen dat zij bijklussen. Het correspondentschap bestaat nu eenmaal uit meerdere dimensies. We kunnen er niet omheen.
Dus collega’s: wees trots! Ook al draai je redactiediensten, je bent nog steeds die avonturier die ervoor kiest zich onder te dompelen in een andere cultuur. Die het waagt om de sprong te maken die weinig anderen aandurven! Die gebeld wordt als er een natuurramp plaatsvindt. Wees. Trots. Correspondent!
Hans Klis