'Het is geen Nederlandse geschiedenis om trots op te zijn: slavernij en onderdrukking'
Niels Posthumus zette zich vanaf het begin van zijn correspondentschap af tegen de Afrikaner. Dat creëerde afstand van de Nederlandse band met de apartheid. Met zijn nieuwe boek omarmt hij die link.
Na 8,5 jaar in Zuid-Afrika is Niels Posthumus deze maand begonnen als correspondent in Londen. “Van the oppressed naar the oppressor”, grapt hij in een interview met De Buitenlandredactie.
Posthumus schreef twee boeken tijdens zijn correspondentschap voor Trouw in het zuidelijkste puntje van Afrika. De laatste kwam deze zomer uit: Alle problemen begonnen met Van Riebeeck. Hierin doet hij onderzoek naar de Nederlandse geschiedenis in Zuid-Afrika en hoe die nog altijd doorklinkt in het heden.
De Buitenlandredactie sprak Posthumus over zijn overstap naar Londen en zijn boek.
Je hebt een land dat worstelt met een koloniaal verleden, ingewisseld voor een land dat worstelt met het koloniale verleden. Toeval?
De overstap van Zuid-Afrika naar het Verenigd Koninkrijk is natuurlijk niet geheel verrassend. Een van mijn basisinteresses is hoe de geschiedenis van een land doorwerkt in het heden. Dat gebeurt natuurlijk bij ieder land. Maar in het geval van Engeland en Zuid-Afrika ligt die werking er gewoon heel dik bovenop. Alleen ga ik nu van the oppressed naar the oppressor.
De overstap van Zuid-Afrika naar het Verenigd Koninkrijk heeft dus een zekere historische symboliek. Maakte dat de overstap makkelijker?
Ik heb 8,5 jaar in Johannesburg gewoond. Alleen al daar weggaan was voor mij een grote stap. Tot de dag dat ik vertrok, op 11 juni, heb ik mijzelf voorgehouden om me niet bezig te houden met het Verenigd Koninkrijk. Ik wist al een tijdje dat die verhuizing eraan zat te komen, maar ik heb voor die datum geen boeken gelezen of contacten in mijn nieuwe standplaats gelegd. Ik dacht: ‘als ik daar nu al mee begin, verwaarloos ik het einde van mijn tijd in Zuid-Afrika’. Ik wilde nog een paar mooie afsluitende verhalen maken. En mijn leven daar goed afsluiten.
Dat correspondentschap in Zuid-Afrika heb je ook afgesloten met een heel mooi boek ‘Alle problemen begonnen met Van Riebeeck: Wat Nederlanders niet weten over hun rol in Zuid-Afrika’. Het is verrassend hoeveel invloed ons land daar heeft gehad.
Ik was zelf ook verbaasd over hoe weinig ik zelf eigenlijk wist van die Nederlandse geschiedenis. Dat was ook deels de aanleiding om het boek te schrijven. Ik besefte me dat ik niks van Van Riebeeck wist. Hoewel ik hem regelmatig als standbeeld voorbij zag komen, of zijn naam hoorde vallen in opmerkingen van mensen.
Toen ik in Van Riebeeck dook, kwam ik er pas achter wat voor invloed wij hebben gehad in Zuid-Afrika als Nederlanders. Zo had ik ook nog nooit erg diep nagedacht over de rol van het Nederlandse calvinisme in het land.
Denk je niet: als correspondent had ik dat eerder moeten weten?
Tot op zekere hoogte wel. Het is natuurlijk heel raar als je als Nederlander in Zuid-Afrika pas na zeven jaar duikt in de Nederlandse geschiedenis. Maar aan de andere kant, je kan niet alles tegelijkertijd doen. Alles heeft zo z’n tijd nodig. Uiteindelijk heb ik ook verhalen uit mijn boek voor Trouw geschreven. Want mijn onderzoek was ook interessant voor de krant.
In mijn boek omschrijf ik wat ik al die jaren deed, en veel Nederlanders met mij. Dat je je als Nederlander een beetje wilt afzetten tegen de Afrikaners. Je probeert afstand te creëren van hen en daarmee dus ook de apartheid. Je wilt benadrukken dat je er niets mee te maken had.
Misschien heb ik dit onderzoek onbewust tot het einde van mijn correspondentschap bewaard. Dat ik er dus in het begin weg van wilde blijven omdat onwetendheid mijn beste verdediging was.
In het boek beschrijf je ook hoe ongemakkelijk en confronterend het onderzoek is…
Wat ik heb geleerd bij het schrijven van mijn boek is dat het hier niet per definitie draait om een schuldvraag. Het draait erom dat we als Nederlanders plekken hebben gekolonialiseerd en dat we ons bewust moeten zijn van wat de aanhoudende effecten daarvan zijn op zo’n land. Het gaat er niet om dat het onze schuld is, maar dat bijvoorbeeld het racisme in het land wel daarmee begonnen is.
Doordat Nederlanders de eerste witte mensen waren die zich permanent in het hedendaagse Zuid-Afrika vestigden, werd er een witte minderheid gecreëerd. Ik vind dat het als Nederlander je plicht is om je daarin te verdiepen, al is het maar voor je wereldbeeld. En ja, tegelijkertijd is het wel ongemakkelijk om dat te doen. Het is geen geschiedenis om trots op te zijn: slavernij en allerlei onderdrukking.
Kijk je anders naar Afrikaners na het schrijven van je boek?
Voor mijn boek probeerde ik me af te zetten tegen Afrikaners uit een soort van zelfgekozen onwetendheid. Zo van: ‘ik ben een progressieve Nederlander dus ik heb er duidelijk niks mee te maken’. Die houding is veranderd naar het niet langer ontkennen van dat ongemak, maar het ook toelaten. Dat ik ook tijdens gesprekken toelaat dat ik een Nederlander ben met die geschiedenis. Het is niet meer te ontkennen dat er een ontegenzeggelijke band tussen onze twee landen bestaat.
Die zoektocht naar het Nederlandse verleden in Zuid-Afrika heb ik daarom ook vormgegeven vanuit mijn naam. Ik ben een Nederlander, maar ook een Posthumus, waarvan mensen met dezelfde naam dit land gekoloniseerd hebben. Ik weet niet of dat familie was, maar ik weet wel dat ze uit Friesland komen, net als mijn familie van oorsprong.
We zijn twee verschillende takken van dezelfde stamboom. Dat ongemak blijft. Want die geschiedenis - de apartheid en slavernij - verdwijnt ook niet. Ik vind het fijn dat ik me nu wat ongemakkelijker voel dan voorheen, maar wel met de kennis waarom ik dat voel. En het idee waarom dat ongemak tot op zekere hoogte wel gerechtvaardigd is tot die geschiedenis en niet per se tegenover die hedendaagse Afrikaner.
Ongemak. Daar zit misschien niet iedereen op te wachten. Welk publiek hoop je dat jouw boek bereikt?
Er gaan nu natuurlijk niet veel mensen meer op vakantie naar Zuid-Afrika. Maar ik hoop dat met name mensen die er gaan wonen, mijn boek meenemen. En dat ze Van Riebeeck zien als een introductie tot de Nederlandse geschiedenis die veel van de hedendaagse problemen in het land verklaart.
In mijn boek probeer ik het heden met het verleden te verbinden. Zodat mensen niet alleen maar arrogant denken ‘wat een slecht functionerend land’. Of dat ze blijven hangen in stereotypen: corruptie, gevaarlijk, onveilig. Ik wil dat mensen dit boek lezen en leren: zo zijn die problemen ontstaan en daar maken we met onze Nederlandse geschiedenis ook onderdeel van uit.
Voor extreemrechts is Zuid-Afrika een stok om mee te slaan. Dat heb je ook vaak op De Buitenlandredactie aangekaart. Biedt dit boek het definitieve weerwoord?
De boerderijmoorden is een onderwerp dat gekaapt is door extreemrechts en tot op zekere hoogte heel rechts. Dat heeft twee redenen: er worden best wel veel boeren vermoord, en dat is ook verschrikkelijk. Maar dat zijn er niet meer dan de zwarte mensen worden vermoord in de townships. Die moorden op witte boeren is onderdeel van het Zuid-Afrikaanse criminaliteitsprobleem. Extreemrechts heeft dit onderwerp gekaapt om als voorbeeld te gebruiken van wat er zou kunnen gebeuren in een multiculturele samenleving als Nederland. Wat er gebeurt als ‘de buitenlander de overhand krijgt’: de onderdrukking van witte mensen door agressie en geweld.
Wat duidelijk wordt uit deze extreemrechtse manier van denken is dat een leven van een witte boer kennelijk meer waard is dan dat van een zwarte Zuid-Afrikaan.
Ik heb deze problematische manier van denken al vaak proberen uit te leggen in de krant. Je kan wel proberen het definitieve stuk erover te schrijven, maar de mensen waarover het gaat luisteren niet naar je. Ik kan nog wel met zo veel steekhoudende argumenten en statistieken komen, maar die winnen het niet van de emotie rondom deze moorden. Dat iets niet feitelijk te onderbouwen is, wil niet meteen zeggen dat de irrationele angst daarvoor ook ongegrond is. Dat zie je ook terug in feit dat veel witte Afrikanen wegtrekken uit het land.
Ik stel mensen die bezorgd zijn over deze boerenmoorden weleens een vraag: waar wil je liever logeren? In een compound van een boerderij of in een krot in een beruchte township zoals Niyanga. Iedereen weet wel waar ze het lekkerste zouden slapen. Dat geeft wel aan dat mensen best aanvoelen wat de écht gevaarlijke plekken van Zuid-Afrika zijn
Je bent pas in november begonnen in het Verenigd Koninkrijk. Hoe heb je jezelf voorbereid in die tussentijd?
De eerste drie weken terug in Nederland moest ik de promotie doen van mijn boek. En natuurlijk heb ik geprobeerd om een beetje te ontspannen. Daarna begon de voorbereiding. Ik kocht stapels boeken: over de basisgeschiedenis van Engeland, biografieën van Boris Johnson en Queen Elizabeth, boeken over armoede. Allemaal om fundamentele kennis op te doen. Daarnaast begon ik contacten te leggen met oude kennissen die in Engeland wonen. Om de banden wat aan te halen, voor tips en te laten weten dat ik eraan kom. Het begin van een sociaal leven en netwerk opbouwen, zeg maar. Want uiteindelijk is een netwerk het belangrijkst voor een correspondent.