'Ik leef inmiddels van mijn creditcard'
Voormalig correspondent Hans Klis las de schrijnende ervaringen van NRC-freelancers, en herkende zich erin. Er zijn structurele problemen in de mediawereld die opgelost moeten worden.
Het correspondentschap is het mooiste vak dat er bestaat. Het is daarom ook zo frustrerend dat je er vaak veel te weinig voor wordt betaald. De afgelopen weken zag ik berichten voorbij komen van de actievoerende freelancers op de redactie van NRC. Schrijnende ervaringen, zoals:
Of:
Dit zijn de ervaringen van mensen die als freelancer dagelijks meewerken op de redactie van NRC. En ondanks die prestigieuze werkzaamheden niet rond kunnen komen, bestaanszekerheid ervaren of trots zijn op hun werk.
Laten we eerlijk zijn, dit is niet alleen de situatie bij NRC. Deze ervaringen zijn terug te vinden bij freelancers in de hele Nederlandse mediawereld. De vierde macht, de hoeder van onze democratie, wordt kennelijk structureel onderbetaald. Dat betekent weinig goeds voor de toekomst.
Zo herkenbaar
Ik vond het erg schokkend om deze ervaringen van collega’s te lezen. Omdat ik ze zo goed herkende. Als freelance correspondent werkte ik voor ‘Nederlandse’ tarieven in een land waar de kosten van levensonderhoud een stuk hoger waren. (En ik wilde niet een lastige freelancer zijn die altijd zeurde over tarieven).
Dat betekende dat het sommige maanden spannend was of alle rekeningen op tijd betaald konden worden. Dat betekende soms: geld van de ene creditcard naar de andere verhuizen. Een soort piramidespel spelen met je eigen boekhouding.
Je voelt je in het buitenland al redelijk alleen, ver verwijderd van je opdrachtgevers (niet terugmailende of bellende redacteuren) en je geliefden, maar dit maakte het soms een stukje lastiger om de dag door te komen. En omdat je als freelancer gedwongen wordt om te concurreren met anderen in je standplaats - praat je niet snel over geld, problemen met opdrachtgevers of rondkomen. Je houdt je groot, want die ander lijkt het wel allemaal voor elkaar te hebben.
Wonen en werken in het buitenland is een droom, maar stress over pitches en rondkomen - ook al werk je voor prestigieuze titels - hoort er eigenlijk niet bij. Niet iedere dag, niet altijd.
Lees ook:
‘Zoek ander werk’
Terug in Nederland liep ik gek genoeg als freelancer tegen dezelfde problemen op. Ook hier bleken ‘Nederlandse’ prijzen voor freelanceklussen eigenlijk onvoldoende te zijn om echt van rond te komen. Toegegeven: er kwamen in de afgelopen jaren kinderen bij, een huis, een auto. Maar de betalingen en de klussen groeiden niet echt mee met de plek waar ik me in mijn leven bevond. Als freelancer sta je niet erg sterk om meer te eisen.
Ik denk dat het een van de meest deprimerende gedachtes was van de afgelopen jaren: weten dat hoe hard ik ook werkte, ik nooit echt ‘goed’ zou gaan verdienen. Dat ik vaak maandelijks evenveel verdiende als tien jaar geleden. En dat de journalistiek, althans freelance (zoals ik het liefste werk), misschien geen levensvatbare carriere meer is.
De NVJ en Villamedia, nota bene het huisblad en de voorvechter van journalisten, raden vakgenoten aan om ander werk ernaast te doen. Commercieel werk dat wel beter betaalt. Om te kunnen rondkomen - en - in de journalistiek blijven werken.
Begrijp me goed: hosselen, pitchen, rennen en rondbellen hoort bij het freelance correspondentschap. Het is deel van de charme. Maar de afgelopen maanden - met de stakingsacties in de mediawereld - laten zien dat er structurele krachten zijn die het freelancers onmogelijk maken om met Nederlandse opdrachtgevers rond te komen. In binnen- en buitenland.
Dat moet veranderen.
Want anders kunnen we met z’n allen beter - zoals Villamedia al aanraadt - andere klussen of banen gaan zoeken buiten de journalistiek. Dan hollen we de democratie uit, maar hebben we wel meer bestaanszekerheid. Ik weet niet wat jullie vinden, maar ik kies liever niet tussen deze twee zaken.
Hans Klis is de oprichter van De Buitenlandredactie, voormalig VS-correspondent en al bijna veertien jaar freelancer.