Oriana Fallaci: journalistiek als obsessie
Duitsland-correspondent Kim Deen schrijft over een van haar journalistieke voorbeelden, de Italiaanse Oriana Fallaci. Een held, met behoorlijke krassen op haar ziel.
Met een klein kopje sterke thee in onze handen zaten een Amerikaanse journalist, een fixer en ik op plastic stoeltjes in een ruimte vol verdriet. We waren in de Turkse stad Diyarbakir en ik hielp de journalist met zijn reportage over in opstand gekomen Koerden. In een buurthuis zagen wij familieleden hun omgekomen jongeren herdenken.
“We komen hier nooit meer weg”, zuchtte de journalist, ongeduldig schuifelend in zijn stoel. “Ik heb nog wel meer te doen vandaag.” We wachtten nu meer dan twee uur en hij had nog geen familielid kunnen spreken. “Dit is niet het moment”, zei de fixer. Maar de journalist zette druk, wist een oudere man in een interview van tien minuten wat quotes te ontfutselen, voordat hij de deur uit snelde.
Als beginnende journalist in Turkije zag ik zulk gedrag wel vaker bij de bekende correspondenten van grote internationale mediabedrijven. In rokerige Istanbulse cafés vertelden ze de sterkste verhalen, over gevechten aan de frontlinies, of uitstapjes met terroristen. Maar tegelijkertijd voelden hun verhalen vaak als een vorm van ramptoerisme en leken ze niet echt betrokken bij de mensen over wie zij vol dramatiek schreven.
Dat het ook anders kon, las ik in een boek dat mijn vader mij voor mijn verjaardag gaf. ‘Interviews met geschiedenis en macht’: gebundelde artikels van de Italiaanse journalist Oriana Fallaci. Met bloed, zweet en tranen wist zij invloedrijke leiders te interviewen, zoals Indira Gandhi, Henry Kissinger, Jasser Arafat, Willy Brandt en Ayatollah Khomeini. Ze sprak hen over meerdere dagen, met een vurigheid die vaak eindigde in een knallende ruzie, waarbij Fallaci, of haar gesprekspartner, de kamer uit stormde.
Haar journalistiek leek eerder een persoonlijke missie dan een baan. “Ongehoorzaam tegen de onderdrukker”, noemde zij zichzelf. Nadat ik het boek met Fallaci’s interviews uitgelezen had, sleepte ik een zomer lang haar biografie met mij mee. Daarin las ik vol fascinatie hoe die ongehoorzaamheid haar met de paplepel was ingegoten. Haar ouders zaten in het verzet tegen Mussolini en als tiener sloot ook Oriana zich aan bij Partizanen.
Maar de oorlog liet haar nooit meer los. Ik realiseerde mij dat haar betrokkenheid bij conflict meer dan een persoonlijke missie was: het was een obsessie. Ze stond bekend als een roekeloze oorlogscorrespondent, die onverbiddelijk doorwerkte nadat ze in Mexico drie keer neergeschoten was en voor dood werd achtergelaten. Op hoge leeftijd ging ze nog op kruistocht tegen de Islam en werd ze een controversieel figuur vanwege haar xenofobische uitspraken.
Dat is het probleem met menselijke helden: uiteindelijk zijn ze ook maar mensen. Haar gedrevenheid blijft bewonderenswaardig, maar onder haar moed lijkt ook een duister randje te zitten. Een gelukkig leven had ze niet, zei ze in haar latere jaren, vooral niet in de liefde. Een leven lang bleef ze strijden, totdat ze in 2006 op 77-jarige leeftijd uiteindelijk een gevecht tegen borstkanker verloor.
Kim Deen (X) is Duitsland-correspondent voor Trouw. Voorheen was zij te vinden in Egypte en Turkije.