Waar komt al die interesse voor Wit-Rusland toch vandaan?
Volgens oud-correspondent Hans Klis laten we ons in de nieuwsselectie teveel leiden door de vraag of de lijdend voorwerpen op 'ons' lijken.
Waarom de ene aanslag of overstroming wel het acht uurjournaal haalt, en de andere niet, is van oudsher makkelijk uit te leggen. Met een vuistregel die even oud als cynisch is: ‘nieuws is het aantal slachtoffers gedeeld door het aantal kilometers vanaf de redactie’.
Die vuistregel klopt niet helemaal meer in het online tijdperk van de journalistiek. Nieuws is dichterbij dan ooit. Al klopte die regel al van oudsher niet, realiseer ik me sindskort. De grote aandacht voor bijvoorbeeld de anti-regeringsdemonstraties in Wit-Rusland van het afgelopen jaar vond ik (zowel terecht als) opmerkelijk.
Moldavië, Wit-Rusland, een pot nat
Vrienden en kennissen, niet-journalisten die doorgaans nauwelijks iets hebben met buitenlandse ontwikkelingen, vertelden me de afgelopen maanden gepassioneerd over presidentskandidaat Svetlana Tikhanovskaya en haar strijd tegen de verkiezingsfraude in haar land.
Ik vroeg me af waarom. Wit-Rusland staat al jaren, bijna liefkozend, bekend als de laatste dictatuur van Europa. Een soort fantasieland ver weg. Er zit voor zover ik weet geen vaste correspondent in hoofdstad Minsk. Het is een land als Moldavië, dat eens in het jaar goed onder de aandacht komt, en dan weer in het laatje verdwijnt.
Wit-Rusland is een spiegel
Waarom raakte Wit-Rusland zo’n gevoelige snaar dat er opeens zoveel aandacht voor kwam? Ik herinner me niet dezelfde interesse in of emoties voor het conflict in Nagorno-Karabach, de annexatie van Hong Kong, de bloedige en verschrikkelijke burgeroorlog in Ethiopië of die in Syrië. Waren deze plekken echt te ver? Te onbekend? Of was het leed echt te klein in vergelijking met Wit-Rusland?
Nee. De mensen in Wit-Rusland lijken wel heel erg veel op ‘ons’. Wit, goed gekleed, welbespraakt en christelijk. Het conflict dat speelt – het volk tegen een dictator – is overzichtelijk. Het past ook bij het geïnternaliseerde Koude Oorlog-narratief het Westen tegen het Oosten, want Loekasjenko is dikke maatjes met Vladimir Poetin.
Niet afstand of het aantal doden telt, maar hoezeer de mensen in het desbetreffende rampgebied op ‘ons’ lijken. En hoe overzichtelijk die ramp is.
Te complex, te etnisch
De manier waarop de zorgwekkende ontwikkelingen in Bosnië lange tijd op de achtergrond zijn gebleven, zal daar ook mee te maken hebben. In de landen die voortkomen uit het voormalige Joegoslavië wonen immers veel moslims. Waardoor ieder conflict, zoals Srebrenica-overlevende en theatermaker Alma Mustafic het goed beschrijft in onze Wereldmachten-podcast, onterecht gezien wordt door een religieuze en etnische lens. De situatie is ook erg complex, zowel demografisch als historisch. Een makkelijk Koude Oorlog-narratief is er ook niet, voormalig Joegoslavië was dan wel communistisch, maar was ook weer niet zo nauw met Moskou.
Begrijp me goed, we moeten onze aandacht blijven geven aan de anti-democratische en gewelddadige fratsen van dictator Loekasjenko. En ik wil ook niet vervallen in een whataboutism, de keuze om het onrecht in Wit-Rusland aandacht te geven is niet hypocriet. Dat er überhaupt een keus gemaakt moet worden, is het probleem.
Er gebeurt zoveel, ik weet het
Onze collectieve verontwaardiging is niet begrensd. We kunnen meer conflicten aandacht geven zonder een ander te verwaarlozen. Ik denk alleen dat we ons bewust moeten zijn van het feit dat er een mechanisme is dat redacties, nieuwsconsumenten en journalisten (als ikzelf) drijft naar bepaalde onderwerpen. Dat afstand, een gelijkenis, geen voorwaarden moeten zijn om leed en conflict te beschrijven.
Het is een verschrikkelijke tijd. Ik weet het. De zoveelste coronagolf overspoelt IC’s over de hele wereld. De openstaande rekeningen van de twintigste eeuw – zoals het Dayton Akkoord in Bosnië, Taiwan of het Goede Vrijdag-bestand in Noord-Ierland – moeten worden betaald. Aan de grens met Oekraïne staan momenteel weer Russische troepen.
Aan de Wit-Russische Poolse grens broeit een humanitaire crisis van gestrande vluchtelingen. Iets waar ik - opmerkelijk genoeg - een stuk minder over hoor, en zie, dan de demonstraties een jaar geleden.
Ik hoop dat de aandacht die we dit nieuwe conflict aan de Wit-Russische grens geven, niet enkel geïnformeerd wordt door een keuze voor een crisis in een land waarmee we ons identificeren. Maar dat we dit aandacht geven omdat het inzetten van wanhopige mensen als wapens onmenselijk is. En dat we bij onszelf te raden gaan wat het over ons zegt, dat vluchtelingen gezien kunnen worden als wapen.