'We willen de regionale krantenlezer laten zien dat de wereld niet ophoudt bij de achtertuin'
De Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden, regionale kranten, zetten het buitenland in het zonnetje. We spraken met hoofdredacteur Sander Warmerdam.
Waar de NOS wat minder oog voor het buitenland lijkt te hebben, springen lokale kranten de Leeuwarder Courant (LC) en het Dagblad van het Noorden (DvnN) daar juist bovenop.
Sinds de zomer van 2021 schrijft iedere week een correspondent in de weekendbijlages over hun leven, en het leven in ‘hun buitenland’ in de reeks ‘Onze M-V’. “Het klinkt een beetje paternalistisch”, zegt LC- en DvnH- hoofdredacteur Sander Warmerdam die achter dit initiatief zit. “Maar het is een beetje het opvoeden van de lezer. De wereld houdt niet op bij onze achtertuin.”
De Buitenlandredactie sprak met Warmerdam.
Volgens onderzoek van Roan Andrée neemt de aandacht voor buitenlandnieuws bij de NOS af. Maar jullie kiezen bij de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden - regionale kranten - juist voor meer buitenland. Waarom?
Ik ben aan het begin van deze eeuw via een stage bij de NOS in Washington op de buitenlandredactie van het Radio 1 Journaal terecht gekomen. In die tijd zaten Arjen van der Horst, Bram Vermeulen en Ron Linker er nog. Ik ben dus opgegroeid met een grote liefde voor buitenland.
Maar we hadden al een afspraak met Christiaan Triebert van The New York Times, die oorspronkelijk uit Leeuwarden komt, waarbij hij één keer per maand een column voor ons schreef. Toen bedacht ik me dat het heel leuk zou zijn om elke week een column te hebben uit een ander werelddeel. Dit was rond de tijd dat Iris de Graaf naar Moskou vertrok, die kende ik nog uit mijn tijd bij de NOS. En zo zochten we er zes mensen bij Saskia Konniger in India, Roland Smid in China, Niels Posthumus in het Verenigd Koninkrijk, Jan Postma in Washington, Saskia Houttuin in Kenia en Farah Silvana Kanaan in Libanon
Maar waarom als regionale krant investeren in het buitenland?
Dat komt voort uit de gedachte dat we als regionale krant ook een venster op de wereld zijn. We vinden het belangrijk om onze lezers te laten zien dat de wereld groter is dan Groningen, Friesland of Drenthe. Maar deze correspondenten hebben wel een link met het Noorden; ze zijn er geboren, hebben hier gestudeerd of lang gewoond. Zodat ze zich wel kunnen verplaatsen in de lezers.
Het is niet alsof we nu ook opeens 4 fte hebben vrijgemaakt voor bijdragen uit het buitenland. Het voordeel van de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden is dat ze nauw samenwerken. Samen hebben we daardoor een groot lezerspubliek; zo’n 160 duizend abonnees. Dat is flink meer dan Het Parool. Bovendien kunnen we gebruikmaken van kopij binnen het Mediahuis [Belgische mediaorganisatie en moederbedrijf, red.], zoals NRC of De Standaard. Met deze columns kunnen we onderscheidend zijn. Want dat is de toekomst van de journalistiek. Geen eenheidsworst maar onderscheidende producties. Als de verhalen goed zijn, dan maakt het niet uit of ze over Mumbai of Buitenpost gaan.
Wat denk je specifiek dat columns uit Libanon of Kenia de Friese, Groningse of Drentse lezer brengt?
Wat lezers leuk vinden is dat zo’n verslaggever iets van zichzelf laat zien op een verre locatie. En een verhaal vertelt los van de rechttoe-rechtaan analyses en nieuws die je al in de krant leest. De lezer kan mee op reis met iemand. Dat Iris de Graaf laat zien hoe het er achter de schermen als Rusland-correspondent uitziet. Deze columns lijken een beetje op de Zomercolumns.
Het is dus een beetje alsof je als oud-NOS’er stiekem de - door velen gemiste - zomercolumn nieuw leven inblaast.
Niet bewust. Maar inderdaad wel een beetje met hetzelfde gevoel. De columns hebben iets meer inhoud natuurlijk. Je kan immers in zeshonderd of zevenhonderd woorden meer zeggen in anderhalve minuut televisie. De columns hebben een toegankelijke toon, maar met inhoud. De Zomercolumn van de NOS was iets lichter. Maar beide vormen geven je wel dat gevoel dat er over de grens ook dingen gebeuren en stralen uit dat we niet met oogkleppen op moeten zitten.
Vind je dat Nederlanders in het algemeen meer moeten weten over het buitenland?
Ja, dat lijkt me wel verstandig. Om het navelstaren te stoppen. Om te laten zien dat dingen die in het buitenland gebeuren ook invloed op ons hebben. Oekraïne is daar een goed voorbeeld van. Eventuele vluchtelingen, verhogingen van de benzineprijs en andere dreigingen raken ook ons in Nederland.
Als je het buitenland goed volgt, word je ook minder bang voor ontwikkelingen. Word je er minder door overvallen. En kan je jezelf beter voorbereiden op wat komen gaat. Als je weet hoe klimaatverandering in Afrika eruitziet, kan je plannen maken om je beter te weren. Door meer te weten over het buitenland ben je bovendien minder vatbaar voor populistische boodschappen van mensen die hel en verdoemenis preken.
Je wilt de lezer met de correspondentencolumns in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden…
Een beetje opvoeden. Dat klinkt paternalistisch. Maar we willen laten zien dat de wereld niet ophoudt bij je achtertuin. Het verruimt je wereld als je weet dat mensen dezelfde problemen ervaren als jij.