'Erken dus dat je ook heel veel niet weet, wees daar bescheiden in'
Peter Schouten ging in gesprek met rot in het vak Kees Broere over het correspondentschap en zijn nieuwe boek. ‘Het is geen kantoorbaan, maar romantiseren, nou nee.’
Zijn recent uitgekomen ‘Kloppen voor de lift’ is de verzameling – soms mistige, afgewisseld met zonneklare - herinneringen die scheidend correspondent Kees Broere (1958) aan veertig jaar buitenlandjournalistiek heeft.
Dankzij de loyaliteit van de Volkskrant, Trouw en NOS/Nieuwsuur kreeg zijn publiek vanaf 1984 oorlogen, omwentelingen en oproeren voorgeschoteld vanuit meer dan tachtig landen. “Het is een voorrecht om je nieuwsgierigheid te mogen volgen en daar betaald voor te krijgen.”
In hoeverre staat het correspondentschap vandaag de dag onder druk?
“Nog steeds wel. In de afgelopen veertig jaar heb ik niet meegemaakt dat men zei: ‘Daar moet alles op gezet worden.’ De tijd van een vaste baan als correspondent is zo goed als voorbij.
“Tegelijkertijd, het idee dat het buitenland belangrijk is voor Nederland is gestaag overeind gebleven. Kijk maar naar het aantal zendminuten en centimeters kopij. We doen het echt niet slecht. Hoe vaak wij wel niet te horen kregen van buitenlandse collega’s in Nairobi, hoeveel geluk wij hadden. Ze sturen jullie werkelijk waar overal heen, klonk het. Media als de Volkskrant en NOS investeren nog steeds in buitenlandjournalistiek.”
Tegelijkertijd moeten veel freelance correspondenten bijklussen omdat ze niet rond kunnen komen.
“Commerciële klussen ernaast is voor mij vloeken in de kerk. Ik neem het de journalist niet kwalijk, maar het is natuurlijk een dilemma als Philips jou inhuurt voor een klus en jij later in de krant over dat bedrijf moet berichten.”
Ondertussen klotst het geld tegen de plinten bij de grote mediaconcerns…
“Dat betekent niet noodzakelijk dat er altijd interesse is in het totale spectrum van journalistieke vormen. Het feit dat jij en ik hiervoor gekozen hebben, en het uitermate belangrijk vinden, wil niet zeggen dat een redactie dat ook zo ervaart. Maar inderdaad, ik zie dat veel collega’s het financieel lastig hebben.”
Wat zou jouw pleidooi richting hoofdredacties dan zijn?
“Als je kwaliteitsjournalistiek vanuit het buitenland met plezier van iemand afneemt, wees dan bereid om naast het enkelvoudige bedrag voor het product te kijken wat er nog meer mogelijk is om die correspondent het gevoel te geven dat hij of zij er ook bij hoort.”
Om een correspondentschap hangt vaak een romantisch beeld. Wanneer ging dat bij jou over in de alledaagse realiteit?
“Vanaf dag één. Ik heb het nooit vanuit een romantisch perspectief gedaan, altijd verre van cowboyjournalistiek. Als freelancer ging ik bewust naar gevaarlijke gebieden, omdat ik nieuwsgierig was. Daar maakte ik hele reële afwegingen in.
“Op weg naar een terroristische aanslag zei een collega eens: ‘Another day at the office.’ Ja, dat is ook zo, dacht ik toen. We hebben dan misschien geen kantoorbaan, maar voor geromantiseer zie ik geen reden.”
Je mag nog één keer een standplaats kiezen. Waar zou je nu heengaan?
“Oost-Europa. De spin-off van de oorlog in Oekraïne zal zich daar nog meer voelbaar maken. Een correspondent staat daar in de nabije toekomst in het brandpunt van de belangstelling. Rondom die hele politieke frontlinie tussen Oost-Europa en Rusland gaan nog veel belangrijke verhalen gemaakt worden.”
Een land, een standplaats: je zult nooit helemaal de essentie ervan kunnen vatten, lees ik in je boek. Tot in welke mate kan dat wel en hoelang kun je ergens blijven?
“Zolang je verrast wordt en je open kunt stellen voor al het onbegrepene in jouw gebied, kun je door. Door toenemende expertise en institutioneel geheugen word je bovendien beter. Ik zat zeventien jaar in Nairobi, deed nominaal 49 landen. Ik had niet het gevoel dat het te lang was. Hoe groter de cirkel van mijn kennis, hoe groter de rand met het onbekende, zei een vriend eens. Erken dus dat je ook heel veel niet weet, wees daar bescheiden in.”
‘Toen journalistiek nog leuk was’ schrijf je. En ‘van een gerespecteerde onafhankelijke waarnemer is de verslaggever een gehate schietschijf geworden’. Wat staat ons te wachten?
“Er staat enorm veel druk op onze democratische rechtsstaat. Des te belangrijker is een vrije, onafhankelijke en serieuze pers. Laat ons daar heel alert op zijn. Mijn oproep aan niet-journalisten: de zaak van de journalist is ook jouw zaak. En dus moet jij soms ook voor onze belangen opkomen, want als die geknecht worden, krijgt dat voor jou als niet-journalist ook hele vervelende gevolgen.”
‘Kloppen voor de lift - herinneringen van een correspondent’ verscheen begin dit jaar bij uitgeverij In de knipscheer. 294 pagina’s, 23,50 euro. ISBN: 9789493214293
Peter Schouten (41) is freelance correspondent voor o.a. Algemeen Dagblad, NPO Radio1 en SBS6. Twitter: @schoutenpeter & Instagram: @peterbuenosaires